#11/14 HET ORGEL VAN CAFE DE ZWARTE KAT

DEEL 8 : HET ORGEL VAN CAFE DE ZWARTE KAT
Herbergen en cafés
Café De Zwarte Kat
Uitbaters en de café ten tijde van het orgel
– Henri Van Cauwenbergh
– Hortensia Vertonghen en Jan Van Mol
– Victor Carael
– Urbain De Pues
84-toets Mortier orchestrion
De aankoop van het orgel
De overname tussen Van Cauwenbergh en de Vertonghens
Orgelarchitectuur
Naamgeving – De Zwarte Kat
Het orgel na de café
Herstelling van het orgel door Hooghuys
De reisweg van het orgel
– Orgelmuseum Koksijde
– Orgelmuseum Brugge
– Privé collectie – Jozef De Caluwé
– Veilingmeester Retonio Breitenmoser
– De aankomst in Japan

DEEL 8 : HET ORGEL VAN CAFE DE ZWARTE KAT

Herbergen en cafés

Drankhuizen of herbergen zijn een oud gegeven. Rond de 10de eeuw bestonden ze al al waren ze voornamelijk bezocht door rondtrekkende reizigers. De eerste functie was toen nog onderdak bieden aan vreemden. Later werden ze ook door de lokale bevolking gebruikt. Het is een plaats waar later met winstoogmerk hoeveelheden drank geschonken worden. Er bestonden toen immers nog geen winkels waar drank te koop was. Vooral bier was in de Zuidelijke Nederlanden het overgrote deel, later kwam daar ook likeur en jenever bij. In 1888 waren herbergen in Aalst een plaag. Onze stad telde 663 herbergiers en 1 huis op 9 was een herberg. Rond 1925 was dit aantal nog 250.

In 1888 waren herbergen in Aalst een plaag. Onze stad telde 663 herbergiers en 1 huis op 9 was een herberg. Rond 1925 was dit aantal nog 250.

De herbergen waren meestal eigendom van een lokale brouwerij. De huur voor een café in het stadscentrum was veel hoger dan aan de rand van de stad. De straten met het hoogste aantal cafés waren de Moorselbaan 55, Binnenstraat 33, Oude Dendermondsesteenweg 32, Geraardsbergsestraat 58. In praktisch iedere woning in de Korte Nieuwstraat en Korte Sint-Jorisstraat tapte men bier. De helft van de woningen aan de Graanmarkt, Houtmarkt, Koophandelstraat en Stationsplein waren cafés. Aan het station waren de hotels gevestigd, aan de Grote Markt de belangrijkste cafés. In de Kerkstraat waren enkele cafés : De Biekorf, ’t Baasken, Sint-Livien, Sint-Rochus en in de Kerkstraat 1, dichtst bij de marktcentrum gelegen, café d’Alliance bij Leopold Boin (1900). Deze was eigendom van Brouwerij-Mouterij De Zeeberg van familie Van der Schueren. Zeeberg werd de belangrijkste brouwerij van de streek genoemd. Hun bieren waren : Best Fox Beer, Export Zeeberg, Alosta Bergenbier, Lager Bier, Bock Aviator. De brouwerij was sinds de 19de eeuw in de stad gevestigd. Het is moeilijk te achterhalen sinds wanneer de café van Boin er aan verbonden is geweest. De oudste brouwerijen in Aalst dateren reeds van de 15de eeuw dus zeker is dat er al jaren bedrijvigheid was in de café in de Kerkstraat 1.

Kerkstraat 1, dichtst bij de marktcentrum gelegen was café d’Alliance bij Leopold Boin (1900). Deze was eigendom van Brouwerij-Mouterij De Zeeberg, eigendom van familie Van der Schueren.

Één op de negen cafés in Aalst was rond de eeuwwisseling een herberg. Centraal in het politiek, sociaal en cultureel leven stond de herberg. Het is verkeerd deze uitsluitend te associëren met bierverbruik, hun betekenis reikte veel verder. Kijk maar naar sportclubs die er hun intrek namen en bijvoorbeeld kaartersverenigingen, die hadden er hun spaarkas. Ook was het een lokaal van duivenmelkers die er hun weddenschappen en bedragen inzetten. Café L’ Alliance van Leopold Boin was het lokaal van de Duivenbond Den Eendracht. In de periode 1880-1900 vonden een zeer groot aantal verenigingen in de Aalsterse herbergen hun onderdak. Drank naar keus, gratis licht en warmte. Een toevluchtsoord en trefplaats voor tal van gezelschappen.

Onderstaand twee krantenartikels over het verenigingsleven en duivenbond ‘Eendracht’ in het lokaal van Leopold Boin in het café in de Kerkstraat 1 te Aalst. Duivennieuw bij lokaal Eendracht. (Bron : De Volksstem van 8 maart 1923 – Digitaal krantenarchief Stadsarchief Aalst). Daarnaast Duivennieuws en openbare verkoop van 68 van de allerbeste kweek- en reisduiven. (Bron : De Volksstem van 25 maart 1923 – Digitaal krantenarchief Stadsarchief Aalst)

Onderstaand een lijst van de cafés in de Kerkstraat, maar de café die we bespreken staat niet in de lijst. (Bron : Herbergen en verenigingen : Aalst 1880-1900)

De aankoop van een orgel heeft de café een nieuwe identiteit gegeven, doch zijn er weinig verhalen van overgebleven.

In een lijst van cafés, met vermelding van ligging en uitbaters, komt café “L’ Alliance” en de Kerkstraat niet voor, alhoewel er destijds toch een twaalftal herbergen gelegen waren. Het café blijft steeds onder de radar, ook in de latere geschiedenis van het café blijkt het steeds bestaan heeft en een rijk verleden heeft gekend. De aankoop van een orgel heeft het café een nieuwe identiteit gegeven, doch zijn er weinig verhalen van overgebleven. In het boek Herbergen en Verenigingen staat weinig informatie. De enige info die ik heb gevonden komt alweer uit het archief Willy Verlonje. Dit beschrijft het orgel, het café, de uitbaters en zelfs de aankoopfactuur van het Mortier orgel aangekocht door H. van Cauwenbergh in 1928. Het online regionaal krantenarchief uit Aalst brengt me eveneens enkele leuke weetjes. Hier kan ik zoeken naar eerdere uitbaters en verenigingen in het café. Hopelijk kom ik iets tegen in verband met het orgel en het café. Iemand moet toch verhalen of foto’s hebben?

Onderstaand het boekje met het artikel van Willy Verlonje over Het orgel “De Zwarte Kat” dat verscheen in het Liber Amicorum Jozef Van Haver. Daarnaast de daarbij toegevoegde brief aan stadsarchivaris Karel Baert. (Bron : Stadsarchief Aalst)

Café De Zwarte Kat

In 1416 heette het huidige café “De Pelgrim”. Mogelijk kwamen bedevaarders uit richting Brussel langs deze straat de stad binnen. Dicht bij de kerk hadden ze hier hun oponthoud voor ze verder trokken naar de vele bid- en bedevaartkapellen van de stad.

Via de website inventaris.onroerenderfgoed.be vernemen we dat heden “Café Zwarte Kat”, voorheen “’t Moriaens hooft” genoemd werd. Dit is een 17de-eeuwse benaming teruggaande op de begin 15de-eeuwse vermelding “De Moor”. Breedhuis van drie traveeën en heden vier bouwlagen onder zadeldak. Gecementeerde en van imitatievoegen voorziene lijstgevel met neoclassicistische inslag, daterend uit de eerste helft van de 19de eeuw. Bouwlagen gemarkeerd door cordonlijsten op de bel-etage, rondboogvensters met omlopende druiplijsten gedragen door de als pilasters met imposten opgevatte penanten. Voorts rechthoekige bovenvensters in vlakke omlijstingen. Vernieuwde pui, toegevoegde bovenverdieping.

Onderstaand een plattegrond met daarop met nummer 1 aangeduid waar de café gelegen is. (Bron : website inventaris.onroerenderfgoed.be – D’Huyvetter C., de Longie B. & Eeman M. met medewerking van Linters A. 1978.)

Onderstaand een postkaart van de Grote Markt met zicht op de Kerkstraat, daarop aangeduid het café. Daarnaast een foto van café De Zwarte Kat (Bron : website inventaris.onroerenderfgoed.be – foto genomen door Vlaamse Gemeenschap op 01-03-1975)

Onderstaand enkele uitvergrotingen van postkaarten en foto’s met daarop afgebeeld het café.

Onderstaand café L’ Allience bij Leopold Boin en enkele krantenartikels uit het Digitaal krantenarchief Stadsarchief Aalst. Groot Symphonisch Concert bij den heer Leopold Boin. (Bron : De Volksgazet van 16 juli 1911) Daarnaast da aankondiging van het huwelijk van Leopold Boin. (Bron : De Denderbode van 12 november 1899) Daaronder notariële zitdagen in estaminet café L’ Allience. (Notariaat van 1 augustus 1908) Daaronder duivensport en tentoonstelling van duiven. (Bron : De Volksstem van 20 december 1919) Daarnaast notariële verkoop in café L’ Allience. (Bron : De Werkman van 29 oktober 1915) Onderaan notariële verkoop van een huis ten Koffiehuize L’ Allience. (Bron : De Dendergalm van 21 oktober 1900) Daarnaast Pensioenbond en storting van het pensioen in caf” L’ Allience bij Leopold Boin. (Bron : De Volksgazet van 12 februari 1911) Als laatste de melding van het overlijden van Valeria D’Outreligne op 76-jarige leeftijd, echtgenoot van Leopold Boin. (Bron : De Gazet van Aalst van 29 december 1949)

Wat er tijdens de Tweede Wereldoorlog in de café gebeurde is mij nog steeds een raadsel. Mogelijk kwamen Duitse soldaten hier op het orgel dansen?

Rond 1880 wordt het café “L’Alliance” uitgebaat door Liborus Van Landuyt. Deze wordt opgevolgd door Leopold Boin, geboren in Aalst 1869 en gehuwd met Valerie D’Outreligne, die een drietal zonen hadden. De herberg telde enkele kamers. Mogelijk wijst dit op een hotelfunctie in de periode die loopt tot begin 1924. Het café werd ooit als hotel betiteld. Door de vaste huurders en het aanwezig zijn van slechts een 2-tal slaapkamers in het woongedeelte, wordt een hotelfunctie zeer onwaarschijnlijk in de latere toekomst. In 1925 komen Henri Van Cauwenbergh en zijn vrouw Delphine Moortgat in het café, tot op het einde van 1939. Henri is de man die het orgel aankocht. In de jaren ‘40 wordt het café opengehouden door Hortensia Vertonghen, er al dan niet samenwonend met Jan Van Mol. Wat er tijdens de Tweede Wereldoorlog in het café gebeurde is mij nog steeds een raadsel. Mogelijk kwamen Duitse soldaten hier op het orgel dansen? Tijdens W.O. II valt voor het café nu en dan reeds de benaming “Zwarte Kat”. Deze benaming zal rond 1960 de oude benaming “L’Alliance” totaal verdringen. De Vertonghens bleven er tot na WO. ll. Over de datum van hun vertrek en de er opvolgende uitbaters tot 1986 waren momenteel weinig gegevens voorhanden. Het was aan mij de taak deze gegevens op te zoeken en aan te vullen. Deze data kan ik ondertussen al verder aanvullen via het online krantenarchief.

Tijdens W.O. II valt voor het café nu en dan reeds de benaming “Zwarte Kat”. Deze benaming zal rond 1960 de oude benaming “L’Alliance” totaal verdringen.

Onderstaand enkele krantenartikels uit het Digitaal krantenarchief Stadsarchief Aalst. Appartement te huren in de Kerkstraat 1 te Aalst. (Bron : De Volksstem van 12 juni 1924) Daarnaast een openbare verkoop in Het Zwitschersch Bierhuis in de Kerkstraat. (Bron : De Volksstem van 6 juli 1924) Daaronder openbare verkoop in Het Aalstersch Bierhuis in de Kerkstraat, voorheen café L’Allience. (Bron : De Volksstem van 7 september 1924) Daaronder het overlijden van Joseph-Henri Mommens, weduwenaar van Dame Maria Ducoffre, sterfhuis Kerkstraat 1 te Aalst. (Bron : De Volksstem van 24 juli 1924) Daarnaast openbare verkoop in de Kerkstraat 1. (Bron : De Volksstem van 6 september 1925) Daaronder de verhuur van een ruim appartement in de Kerkstraat 1. (Bron : De Volksstem van 16 september 1926) Daaronder onteigening van ongezond erkende woning. (Bron : Voor Allen van 13 januari 1968) daarnaast een huwelijksaankondiging van Fraas Gabriül, postbode Aalst Kerkstraat 1, met Josephina De Saedeleer. (Bron : De Gazet van Aalst van 21 oktober 1972) Daaronder een huwelijksaankondiging van Paul Gabrièl. Aalst, Kerkstraat 1 met Ingrid Schollaert. (Bron : De Gazet van Aalst van 19 oktober 1974) Daarnaast een huwelijksaankondiging van Benny Van Den Steene, bouwvakker, Aalst Kerkstr. 1 met Rosette De Landtsheer. (Bron : De Voorpost van 12 december 1975)

Victor Carael zou vanaf juli 1958 tot eind 1962 de eigenaar worden, het café wordt vermeld onder de naam “De Zwarte Kat, met zijn prachtig orgel bekend van de grammofoonplaten”. Heeft Victor het orgel nog veel laten spelen en wie kwam er allemaal langs? Ondertussen verneem ik van een Nederlander dat hij naar aanleiding van de vinylplaten de café met orgel kwam bezoeken. Heeft het café dan een orgeltoerisme gekend? Ik kan me voorstellen dat mensen speciaal voor het orgel de café bezochten. Nergens zijn gegevens over deze gebeurtenissen terug te vinden, dat is toch raar?

Tijdens mijn speurtocht ben ik in contact gekomen ben met Urbain De Pues, de man die het leegstaande café in 1975 overnam van brouwerij De Zeeberg. Hij vertelde “toen ik in het café kwam was alles er al uit”. Urbain heeft geen interesse in muziek op zich, hij herinnert zich niets van enige restanten van het vroegere café, het orgel, of de uitbaters. Urbain is eigenaar van het café tot hij rond 1980 dit op zijn beurt over laat aan een garçon die bij hem werkte. Deze heeft het café open gehouden tot 1986. Taverne De Zwarte Kat werd gestart in 1986, door Pierre Van Geit, een ex-voetballer, die reeds verschillende gelijkaardige zaken uitgebaat had. Pierre nam binnenhuisarchitect Jan De Neve onder de arm voor de renovatiewerken en binnenhuisarchitectuur. Sinds 1994 is het café eigendom van Steven en Annick, zij hebben nu zicht op het oudste schepenhuis der Nederlanden. Eigenaar Steven stopt eind 2022 met de uitbating en begint een nieuwe zaak (genaamd Steven) tegenover de straat. Het gebouw staat in de steigers, ook de basis van het gebouw had dringend nood aan renovatiewerk.

Onderstaand enkele recente foto’s van café De Zwarte Kat, het interieur en de oude kelder. (Bron : website dezwartekat.be en hun Facebookpagina)

Onderstaand enkele recente foto’s van café De Zwarte Kat in oktober 2022, het interieur had dringend nood aan renovatiewerk (Bron : eigen archief)

Uitbaters en het café ten tijde van het orgel

Henri Van Cauwenbergh :

Henri Van Cauwenbergh-Moortgat werd geboren in Aalst in 1897 en overleed er in 1966. Henri Van Cauwenbergh was als 17-jarige vrijwilliger in W.O. I. Tijdens een van de laatste offensieven, dicht bij het bos van Houthulst (15 oktober 1918), raakte hij gewond bij het ter hulp komen van een makker en verloor een oog. Na de oorlog kon hij het beroep van mecanicien niet meer uitoefenen. Door zijn wankele gezondheid en de ondergane heelkundige ingrepen kon hij evenmin het aanvaarde werk op de Gentse begraafplaatsen volhouden. Hij had nog zijn hoofd omzwachteld, toen hij te Aalst Delphine Moortgat leerde kennen, ze huwden in 1923. Delphine, ook wel Fientje genoemd, werd op 15 juli 1900 geboren en was de jongste uit een gezin van 11 kinderen en had slechts een broer. Haar moeder (1858-1923) was vroedvrouw. Haar vader, die 10 jaar ouder was, was kuiper en aan de drank verslaafd en overleed nog voor zijn vrouw. Delphines grootvader en diens broer waren de brouwers Moortgat. Reeds als jong meisje had ze een radde en scherpe tong. Het werd een knappe, zwartharige slanke verschijning. Op 25- jarige leeftijd woog ze 42 kg!

In 1925, na Leopold Boin, namen ze na een half jaar huwelijk – Henri was toen ongeveer 27 jaar – hun intrek in café “L’Alliance”. Daar hadden ze te hunner beschikking de gelagzaal, ongeveer 5 m breed en 8 m diep, met daarachter een ruime feest- of vergaderzaal. Daarop volgde een binnenplaats (“koer”) en het “achterhuis” als woonruimte met gelijkvloers en 2 verdiepingen. Op de eerste verdieping waren er een grote en een kleine keuken, op de tweede een grote en een kleine slaapkamer. Het gevelgedeelte had voor het café 2 vensters, met ertussen de toegangsdeur. Uiterst rechts een tweede toegangsdeur, die langs een gang leidde naar de 3 verdiepingen boven het café en de tweede zaal. Op de verdiepingen waren woonruimten, appartementen met verscheidene kamers, betrokken door vaste huurders, die ook over een gedeelte van de kelder beschikten. De Van Cauwenberghs hadden hun kelderingang in het café, maar hadden verder niets te maken met de huurders. Het aantal en de verscheidenheid van de personen die van deze afzonderlijke toegangsdeur gebruik maakten, kan aanleiding geweest zijn om het café ook als “hotel” te beschouwen. De uitbaters verhuurden alleszins geen kamers. Mogelijk bevonden zich onder de huurders op de verdiepingen wel dames … die heren ontvingen. Onze stad was in die tijd rijk aan bordelen en dames van plezier. De huidige gevel is qua indeling nog steeds zoals afgebeeld op een foto uit 1893. Alleen verdween het doorlopende balkon op de eerste verdieping en werd het gedeelte dat op het café betrekking had gemoderniseerd toen in 1986 de Taverne er kwam.

In verband met zijn invaliditeit kwam Henri regelmatig in Brussel in de omgeving van de Wetstraat. In de cafés zag en hoorde hij soms orgels. Er zou ook een orgel in zijn café komen. Aanvankelijk was Delphine niet erg enthousiast. Ze wilde niet dat het café zou gerekend worden tot de vele “orgelkoten”. In 1928, het jaar waarin hun enige dochter Adrienne geboren werd, kwam ook het orgel. Henri bestelde op 12 april 1928 in Antwerpen bij Mortier een orgel. Het Mortierorchestrion, met het uitzicht van een mooi eiken meubel, was zeer verschillend van de gangbare café-dansorgels.

Henri Van Cauwenbergh bestelde op 12 april 1928 in Antwerpen bij Mortier een orgel. Het Mortier orchestrion, met het uitzicht van een mooi eiken meubel was zeer verschillend van de gangbare café-dansorgels.

Door het neerhalen van de tussenmuur werd ook de tweede zaal in de gelagzaal opgenomen, hetgeen de diepte praktisch verdubbelde tot ca. 13 a 15 meter. De uitbreiding hield verder geen vernieuwingen in. Het orgel kwam tegen de nieuwe achterwand te staan, waar zich ook de toegangsdeur tot de toiletten bevond.

Het café was afhankelijk van brouwer Odilon Van der Schueren en stond bekend voor de goede geuze die ze betrokken bij brouwer Louis Van de Putte. Ze hadden een goede omzet, wat Franssprekende klanten uit de gegoede burgerij, handelaars, ook het betere werkvolk waaronder veel vleeshouwers en drukkers. Men kon het eigenlijk wel een ‘liberaal’ café noemen.

Alhoewel Henri bijna altijd thuis was, werd het café door zijn echtgenote gerund. Ze kwam weinig in de stad maar was steeds goed gekleed – Henri stelde dit op prijs – en dronk bij gelegenheid overigens enkel koffie. Volgens haar zeggen “vond men haar ‘pretentieus’ … maar dat was vooral ‘jaloezie’, er werd in het kleine Aalst toen, en nu nog, veel geroddeld”. Ze was vriendelijk en attent voor de klanten en leefde in goede verstandhouding met haar beide buren, van wie zij bij feestelijkheden een deel van hun voetpad als terras mocht gebruiken.

De tijden en ook cliënteel veranderden, Henri was meer en meer “in doktershanden” en de opgroeiende dochter groeide op in de café. Rond Kerstmis in 1938 verlieten ze het café, dat ze nooit als “Café- Restaurant” of “Hotel” uitgebaat hadden. De roddels en de werkelijke feiten kunnen wellicht ook invloed gehad hebben op hun beslissing het bedrijf stop te zetten. Door het gedrag van Delphine zou de goede naam van het café teloorgegaan zijn. Zelfs de moeder van Henri (woonachtig in de Sint Jansstraat, bij de Houtmarkt) was actief in de kwaadsprekerij. Ze had Delphine altijd wel ‘met iemand gezien’! Anderen beweerden dat ze een verhouding had met Mortier (hoewel zij beweert dat hij geen klant van het café was). Door dit alles vermeden zelfs sommige huurders de benedenverdiepingen om niet te maken te hebben met het café en de uitbaters. Henri – zoon uit een onwettig huwelijk, die slechts een stiefvader kende, en invalide voor het leven – was een kalme persoon met een zacht karakter. Toch waren er soms hoogoplopende ruzies en vechtpartijen, tot grote schrik van dochtertje Adrienne. Ze vestigden zich in de Asserendries 19, waar Henri, die er zich nooit thuis gevoeld had, in 1966 overleed.

Onderstaand betreft Henri Van Cauwenbergh, enkele krantenartikels uit het Digitaal krantenarchief Stadsarchief Aalst. Rubens Cantate, kaarten te verkrijgen bij Mr Henri Van Cauwenbergh in Café de L’ Alliance, Kerkstraat 1 te Aalst. (Bron : De Volksstem van 15 augustus 1930) Daarnaast een openbare verkoop in Café de l’Alliance bij den heer Henri Van Cauwenbergh. (Bron : De Koornbloem van 11 juli 1926) Daaronder een openbare verkoop in Café de l’Alliance bij den heer Henri Van Cauwenbergh. (Bron : De Volksstem van 31 maart 1929) Daaronder vraagt men een goede meid, geen wasch, hoog loon, bij Henri Van Cauwenbergh. (Bron : De Volksstem van 26 juli 1930) Daaronder een openbare verkoop in Café de l’Alliance. (Bron : De Koornbloem van 12 juli 1936) Als laatste melding van het overlijden van Henri Van Cauwenberg. (Bron : Het Algemeen Nieuws van 23 juni 1940)

Hortensia Vertonghen en Jan Van Mol :

Voor het orgel was er in de nieuwe woonst geen ruimte geweest en het bleef onvergoed staan bij de volgende uitbaatster Hortensia Vertonghen en Jan Van Mol, een koppel dat regelmatig vocht. Ze was een zwaarlijvige vrouw. Met haar 140 kg kon ze moeilijk gaan en had ze ook hulp nodig van haar echtgenoot voor bij bijvoorbeeld het aankleden en aantrekken van haar kousen. Ze vormde een groot contrast met haar bijzit, “een spichtig en nietig ventje en een vrouwenzot die graag danste”. Er werd nu gedanst in het café, op de muziek van het orgel dat ze slechts tijdens W.O. II aankochten voor 35.000 fr. inbegrepen het grote repertoire boekmuziek. Het nieuw orgel, met de eerste 200m muziek, had in 1928 ongeveer 48.000 fr. gekost, en werd rond 1988 op een waarde van 8 á 9 miljoen Belgische frank geschat!

Het orgel dat ze tijdens W.O. II aankochten voor 35.000 fr. inbegrepen het grote repertoire boekmuziek, werd rond 1988 op een waarde van 8 á 9 miljoen Belgische frank geschat!

9 miljoen Belgische frank is ongeveer 200.000 EUR

Waarschijnlijk gaf de verkoop aan Vertonghen aanleiding tot de naam “Zwarte Kat” zowel voor het orgel als voor het café. Korte tijd nadat de naam gegeven was, werd de naam in boogvorm op de beide cafévensters geschilderd werd. Dit was zeker nog het geval tot rond 1945, toen werden de vensterramen in het groen en later in het rood geverfd. Op de gevel zelf was geen naam aangebracht.

Rond 1945 was het een soldatencafé geworden. Vrouwen kwamen er om zich met soldaten te amuseren, te dansen en een pintje te drinken. Over de juiste vertrekdatum van de Vertonghens ontbreken de gegevens. Zeker waren ze er nog gedurende W.O. II en vestigden zich later in de Sint-Jozefstraat 14 in een van de drie huizen die aangekocht waren van Nathalie De Bruyne (vermoedelijke dochter van Fritz De Bruyne), een oude bewoonster van de derde verdieping boven café “De Zwarte Kat”.

Rond 1945 was het een soldatencafé geworden. Vrouwen kwamen er om zich met soldaten te amuseren, te dansen en een pintje te drinken.

Victor Carael :

Over de volgende uitbater(s) en orgelbezitter(s), onder wie de reeds vermelde Carael waren geen gegevens voorhanden. Via het digitale krantenarchief kon ik één en ander terugvinden. Hij moet eigenaar geweest zijn eind jaren ’50, zeker zijn we van het jaar 1958-59. De ingang van het café was toen overigens al veranderd. Er was een portaal aangebracht dat in de rode verf was gezet. Vele cafés hadden toen rood- met wit schrijnwerk gezien dit de kleuren van brouwerij De Zeeberg waren. Een eerste duidelijke foto die ik kunnen vinden heb van het café was in 1962. De naam L’Allience was reeds van de ramen verdwenen. De zijdeur naar de bovenverdieping was er nog steeds tot in 1975.

Onderstaand een artikel van een openbare verkoop in café De Zwarte Kat bij Victor Carael (Bron : De Gazet van Aalst van 10 oktober 1959 – Digitaal krantenarchief Stadsarchief Aalst)

Urbain De Pues :

Urbain De Pues is de man die leegstaande café in 1975 overnam van brouwerij De Zeeberg. Hij was ook niet op de hoogte van wie de vorige uitbaters waren. De uitbaters voor hem had hij nooit gezien maar de grote madame die er woonde zou op de ene of andere manier familie geweest zijn. Hij huurde van brouwerij Zeeberg. Een van de eigenaars was Guy Vanderhaegen, kleinzoon van Schotte (kasteel aan Sint-Job). Urbain wou zo snel mogelijke een nieuwe zaak openen en het oude café werd door architect Herwig van Holsbeeck, met veel oranje kleuren, omgebouwd tot nieuw modern café. Ook bij navraag bij de architect zijn geen bijkomende gegevens gevonden. Urbain was de enige en de laatste die het orgel in het café zien staan heeft! Naar de vraag wat er met het orgel diende te gebeuren antwoordde Urbain zonder beter weten in “Wat heb je met de rest gedaan? Afvoeren met de container dus”. Hij hecht er weinig belang bij. Orgels waren ook uit den tijd en muziek werd gespeeld vanop de jukebox of via bandopnemers die achter de bar bediend werden. Jaren later kwam hij tot besef wat hij gedaan had. Vrienden hebben heb tot op de dag vandaag steeds doorgestoken dat hij een orgel van 6 miljoen had kwijtgespeeld dat nu in Japan zou zitten! Op zich was hij blij met mij te kunnen praten hierover, hij wou natuurlijk ook meer te weten komen hoe het met het orgel is afgelopen.

Urbain De Pues was de enige en de laatste die het orgel in de café zien staan heeft! Naar de vraag wat er met het orgel diende te gebeuren antwoordde Urbain zonder beter weten in “Wat heb je met de rest gedaan? Afvoeren met de container dus”… Jaren later kwam hij tot besef wat hij gedaan had.

Onderstaand een communicatie met Urbain de Pues betreffende de uitbraak van het orgel in café De Zwarte Kat. (Bron : eigen archief, communicatie)

84-toets Mortier orchestrion

Orgels en vooral de orchestrions werden eind jaren 20 geplaatst in kleine cafés. We hebben dit type orgel reeds besproken bij de bouw maar herhalen nog even enkele kleine kenmerken : Mortier 84-toets Model 39 werd op 12 april 1928 aangekocht door Henri van Cauwenbergh van café ‘l’Allience (De Zwarte Kat) in Aalst, dit voor de prijs van 48760 Belgische franken. (1€ = +/- 40 frank) De cataloog van Usines Th. Mortier beschrijft het als :

Orchestrion Model N°39
“Meubel in eik of mahonie, gewast.
Zeer kundige façade met uitgesneden panelen, kunst-glas en beeldje.”

Onderstaand een foto van het orgel model 39 van het merk Mortier, genaamd De Zwarte Kat. (Bron : foto genomen door Rudy Nijs)

Orchestrion Model N°39 “Meubel in eik of mahonie, gewast. Zeer kundige façade met uitgesneden panelen, kunst-glas en beeldje.”

De 84-toets Mortier orchestrions waren zeer populair, mede doordat ze een compacte uitvoering hadden waarbij het orgel in een kast was ondergebracht. De 84-toets orchestrions hadden in vergelijking met de 67-toets modellen een volledige tegenzang (18 tonen) en meer registers. Er waren geen tongwerken aanwezig. Deze waren op de ouderwetse manier gebouwd, met grote windlade en symmetrische pijp opstelling en afgewerkt in de zo typerende massieve eik. De orchestrions spelen zachter doordat ze op een lagere winddruk werken dan grotere orgels. Ze zijn op zich al dieper van toon, mede door de grotere pijpen, en bovendien transponeren ze niet. Het klavier, waarin de boekmuziek gelegd werd, kon in de meest geschikte zijopstelling verkregen worden, dit zodat het orchestrion dicht tegen een wand kon geplaatst worden.

Onderstaand enkele afbeeldingen van de machine die orgelboeken leest op een draaiorgel. Op de eerste afbeelding ligt een boek van August Schollaert klaar. (Bron : nog op te zoeken)

Onderstaand een afbeelding van orgelboeken. Het boek rechts is vermoedelijk afkomstig van het orgel 84-toets Mortier van de Zwarte Kat uit Aalst. (Bron : eigen collectie)

Dit fronttype in gebeitst eikenhout uitgevoerd vertoont het kenmerkende vertikalisme van het front. Door het aanbrengen van twee pilasters en soms kolommen word het front als het ware in drie delen gedeeld. Bij model 39 heeft het vooruitspringende middengedeelte in de bovenhelft een naakt vrouwenfiguurtje, staande voor een decoratieve achtergrond. Dezelfde decoratie wordt herhaald op de frontzijdelen. Het decoratieve is uitgevoerd in houten opengewerkte panelen, of glazen vlakken met kleurrijke sierelementen. Aan de bovenzijde van de pilasters/ kolommen komt een verlichting voor in de vorm van sierlijke dubbelarmige wandlampjes.

Onderstaand een recente afbeelding van het orgel van De Zwarte Kat in Japan. (Bron : chouja fishing)

Van het orgel werden in de jaren ‘50 enkele 78 toeren grammofoon platen opgenomen.

Eind jaren ’70 zijn er ook enkele opnames op plaat verschenen, uitgebracht door een museum Dageraed in Koksijde.

Van het orgel werden in de jaren ‘50 enkele 78 toeren grammofoon platen opgenomen. Later werden deze herdrukt en opnieuw uitgegeven. Eind jaren ’70 zijn er ook enkele opnames op plaat verschenen, uitgebracht door een museum Dageraed in Koksijde. Meer gegevens hierover kan je vinden in de discografie. De platen van Koksijde vermelden de volgende tekst :

Onderstaand de cover van de langspeelplaat uitgegeven door het Orgelmuseum Koksijde, daarnaast de tekst te lezen op de achterzijde. Echter is de locatie nooit een hotel geweest en steeds café. (Bron : eigen collectie)

Op vele plaatsen staat vermeld dat het orgel is verkocht in 1968 aan Daniel Dageraed. Deze data blijkt niet correct te zijn aangezien ik tijdens mijn speurtocht in contact gekomen ben met Urbain De Pues, de man die het leegstaande café in 1975 overnam en het orgel liet uitbreken en afvoeren met het schroot van de wederopbouw. Gezien het museum pas in ’74 openging zijn de LP’s vermoedelijk eind jaren ’70 opgenomen.

Op vele plaatsen staat vermeld dat het orgel is verkocht in 1968. Deze data blijkt niet correct te zijn aangezien ik tijdens mijn speurtocht in contact gekomen ben met de man die café in 1975 overnam en orgel liet uitbreken.

De aankoop van het orgel

Henri bestelde op 12 april 1928 in Antwerpen bij Mortier een orgel. De aankoop gaf aanleiding tot het opstellen van documenten als aankoop- en huurcontract. Een huurcontract, opgemaakt op 10 januari 1928, op gezegeld papier betreffende een :

“Orchestrion op Kartons 80/84 toetschen en met façade nr. 39 van den kataloog,
2,75 m breedte, 3 m hoog en 200 m muziek”.

Onderstaand de aankoopfactuur van de 84-toets Mortier orchestrion, aangekocht door Henri Van Cauwenbergh op 12 april 1928. (Bron : uit het artikel van Willy Verlonje over Het orgel “De Zwarte Kat” dat verscheen in het Liber Amicorum Jozef Van Haver)

“Orchestrion op Kartons 80/84 toetschen en met façade nr. 39 van den kataloog, 2,75 m breedte, 3 m hoog en 200 m muziek”.

De huurprijs werd als volgt betaald:

“Een voorschot bij het opstellen van het contract en een tweede bedrag bij het in ontvangst nemen van het orgel.”

Daarin was ook de weeldetaks van 6 % op de totale som begrepen, reeks van aangenomen wissels gespreid over 36 maanden, sancties bij “tekortkomingen” van de betalingen en een afwerking voor 15 maart aanstaande … maar dit alles zonder enige verbintenis vanwege de firma Mortier. Voor de ganse periode dat het orgel niet totaal afbetaald was, moest Henri Van Cauwenbergh een verzekering afsluiten “tegen alle gevaar van  brand en ontploffing”.

Het contract draagt de stempel van “Le fonde des pouvoirs” en is ondertekend door G. Hermans. Alle voorgedrukte delen in bruin en Franse tekst. Verder: “1928. Een orchestrion 80/84 toetschen (sic) met een façade nr. 39 en 200 m muziek: 48.760 fr.” Wanneer er iets speciaals werd toegevoegd aan een orchestrion, betekende dit al gauw een meerprijs van 5.000 fr. Een register trompetten kostte 3.000 fr. Volgens informatie van Oscar Grymonprez zou een orchestrion in het jaar 1921 86.000 fr gekost hebben! Op geen van de documenten komt het fabricatie nummer van het orgel voor.

Onderstaand de verkoopsvoorwaarden voor de verkoop van de 84-toets Mortier orchestrion, aangekocht door Henri Van Cauwenbergh op 12 april 1928. (Bron : archief Willy Verlonje)

Dank zij Henri Van Cauwenbergh “die alles bewaarde”, zijn deze documenten en alle betalingsbewijzen nog in een firma omslag van Mortier bewaard. Henri beschouwde het orgel als een persoonlijke aangelegenheid en bleef er nauw bij betrokken. Toen het orgel in opbouw was bezocht Henri verschillende malen de werkplaatsen van Mortier. De bouw van het orgel werd begonnen en beëindigd in een periode met klammig weer. Na de voltooiing vond Mortier dat het een buitengewone klank had. Ook toen het orgel geplaatst was, verzorgde Henri het meubel en alles wat errond en eraan was. Het eigenlijke nazicht en onderhoud werd door de firma Mortier uitgevoerd. Alhoewel het orgel niet werkte met muntinworp, was het toch betrekkelijk snel afbetaald.

Henri Van Cauwenbergh zocht en vond een koper maar toen men in het café weet kreeg van de verkoop, trachtten alle klanten, waaronder ook Schollaert, Henri te doen terugkomen op zijn beslissing, om het orgel in Aalst te houden.

De overname tussen Van Cauwenbergh en de Vertonghens

Toen het orgel in 1938 “onvergoed” in het café achtergelaten werd, zullen de Van Cauwenberghs wel over overname gesproken hebben. In de loop van de volgende jaren werd de zaak enkele malen naar voor gebracht maar zonder resultaat. Onderhandelen met de Vertonghens was moeilijk indien men hoogoplopende ruzies wilde vermijden.

De onzekere oorlogsjaren, de ongunstige veranderingen in de caféuitbating, het soort klanten deed de Van Cauwenberghs besluiten om tot een eindregeling te komen voor het orgel. Henri Van Cauwenbergh zocht en vond een koper – een boerenjongen – buiten Aalst. Alhoewel er nog niets op papier stond, was het orgel zo goed als verkocht. Henri had zijn woord gegeven. Toen men in het café weet kreeg van de verkoop, trachtten alle klanten, waaronder ook Schollaert, Henri te doen terugkomen op zijn beslissing, om het orgel in Aalst te houden. Het orgel, nu dansorgel, vormde bijna een integraal gedeelte van het café. Ook de Vertonghens wilden het houden, wat hen dwong tot een wat onvoorziene en ongelegen komende uitgave voor de aankoop.

Orgelarchitectuur

Het werd gebouwd door de firma Mortier uit Antwerpen :

  • 84 toetsen boekenorgel
  • 8 registers
  • 4 op zang (viool, piano, grote viool, fluit harmonisch, bourdon)
  • 3 op tegenzang (celesta, fluit, cello)
  • 12 bassen
  • 12 accompagnementen
  • 170 pijpen
  • Slagwerk : kleine trom, grote trom, bekken, triangel

•    Het orgel met een diepte van ongeveer 130 cm is een van de eerste types met aan de achterzijde het grote aandrijfwiel van diameter 65 cm, dat nog een 20-tal cm voorbij de linker zijwand komt. De mechaniek voor het “boekopleggen” is rechts aangebracht.

•    Deze zijkant is afgesloten met twee naar buiten openslaande deuren. Het orgel wordt elektrisch aangedreven en heeft geen muntinworp inrichting. Twee pilasters met een breedte van 30 cm verdelen het front van ongeveer 300cm hoogte en breedte 260cm. Daarnaast heeft het orgel 2 zijgedeelten met een hoogte van 250 cm en breedte 50 cm. In het bovengedeelte zijn opengewerkte rank- en bloemmotieven zichtbaar, waarachter een donkerrood weefsel is aangebracht.

•    Het middengedeelte is 300 cm hoog en heeft een breedte van 100 cm. Het onderste gedeelte met hoogte van ongeveer 100 cm heeft een uitsprong met booglijvig profiel en breedte van ongeveer 55 cm. Het bovenste middengedeelte heeft een poortvormige nis waar een naakt vrouwenfiguurtje staat. De hoogte van het beeld is ongeveer 75 cm en staat geplaatst op een mooi gebeeldhouwde eiken voet met hoogte 25 cm.

Onderstaand twee afbeeldingen van het centrale beeld op het orgel Mortier de Zwarte Kat. (Bron : De eerste afbeelding genomen in het museum te Koksijde, vermoedelijke foto genomen door Jeanpierre Muyl. De tweede afbeelding is genomen in het museum in Brugge en komt uit het archief van Willy Verlonje)

•    De nis heeft achter- en zijwanden in ‘glas-in-koper’-uitvoering. Deze zijn voorzien van talrijke motieven. De houten wand achter het middengedeelte is met een soort ‘zilverpapier’ bekleed. Het pleisteren beeldje werd verhard door een procédé genaamd “bierbadprocédé” en zou geïnspireerd zijn op beeldhouwwerk van E.-M. Falconet. Op de achterzijde is het beeldje gemerkt “Falcone(t) nr. 1120”.

•    De frontverlichting op de pilasters wordt gevormd door dubbele takjes, die eindigen op mat glazen rozen met witte lampjes in het midden.

Onderstaand Mortier orchestrion orgels waarbij op de laatste foto de frontverlichting is te zien. (Bron : foto Gidinkens) De eerste twee afbeeldingen zijn De Astrid. (Bron : foto links van de website bonhams.com veilingshuis en foto midden uit het boek The Mortier Story)

In Nederland, de V.S. en Groot-Brittannië, wordt het het naakte beeldje “De Venus van Milo” genoemd. Het bezit een metalen carillon en het front is gemoderniseerd. Dit laatste orgel is momenteel eigendom van Peter Craig en is voorzien van een nieuw vervaardigd houten front.

Onderstaand een afbeelding van de Mortier orchestrion 84-toets Venus Di Milo. (Bron : Peter Craig)

Mortier orchestrion 84-toets Venus Di Milo

De aanwezigheid te Aalst van een tweede exemplaar in een café aan de Dendermondsesteenweg, dicht bij het park (in de wijk “Kerrebroek”), kon niet bevestigd worden.

Naamgeving – De Zwarte Kat

Wanneer en waardoor het orgel of de café de naam “De Zwarte Kat” kreeg bleek onduidelijk, vandaar vergezochte veronderstellingen, onder andere “De Zwarte Kat” zou de tegenhanger zijn van “De Zwarte Man”, eerste drukker (1450-1534) waarvan zijn stambeeld op de Grote Markt pronkt. De naam ‘zwarte’ omwille van de verkleuring van het bronzen standbeeld dat in 1856 werd ingehuldigd. Vanop zijn 8-kantig voetstuk richt hij wel sinds 1856 zijn blik naar de Kerkstraat en café De Zwarte Kat maar toen was er nog geen orgel!

Onderstaand een postkaart van de Grote Markt te Aalst met zicht op de Kerkstraat en café De Zwarte Kat.

De ‘kat’ is een veelvuldig voorkomend element in benamingen te Aalst en onmiddellijke omgeving: Kattestraat (1291, een rijksweg met kasseien wegdek dat niet geasfalteerd mag worden), Kattewijk (‘de Kat’ genoemd – de schilder Valerius De Saedeleer werd er in 1867 geboren), Kattepoort (1397, een der vijf stadspoorten), Kattestraatbrug (onder de poort over de stadsgracht die in 1793 gedempt werd), Kattevest, Kattestraatvest (1457), Kattestraatsteenweg (1728). Met ‘kat’ in deze benamingen is niet noodzakelijk het huisdier bedoeld, een ‘katte’ was ook een omheining tussen twee stadspoorten, bestaande uit houten palen die met vlechtwerk verbonden waren.

Uit vele fragmentarische gegevens blijkt echter dat de naam van het orgel waarschijnlijk ontstond bij de verkoop van het orgel aan de Vertonghens. Alhoewel Mw. Van Cauwenbergh beweert niet op de hoogte te zijn geweest van de plannen van haar man, dacht Hortense Vertonghen er anders over. De vele malen dat ze haar verhaal vertelde, werd de “schuldige” als “de zwarte kat” bestempeld. De Van Cauwenberghs – en vooral Henri’s vrouw Delphine – waren zeer boos, toen ze die benaming te weten kwamen. Gezien de vele roddels vermoedde ze waarschijnlijk echter wel de oorzaak voor de benaming.

De naam kon ook op de gevel geklad zijn door misnoegd personeel. Een naam die misschien wel een karaktertrek van Mevr. Van Cauwenbergh weergeeft. Ze was wel vriendelijk voor de klanten maar kwam niet sympathiek over bij haar personeel, ‘ze bezag hen uit de hoogte’ en behandelde hen slecht. Men kan evenwel moeilijk van personeel spreken. Een weduwe kwam eenmaal in de week als schoonmaakster, en dat was het. In de weekends en met de karnaval- en kermisdagen kwamen de zus en haar echtgenoot ter versterking, en ook wel eens een garçon.

Een zeer onwaarschijnlijke oorsprong van de naam De zwarte Kat is de mogelijk gegeven wanneer de naam ook zou op de hoes van de plaat komt te verschijnen.

Een zeer onwaarschijnlijke oorsprong van de naam is de mogelijk gegeven wanneer de naam ook zou op de hoes van de plaat komt te verschijnen. Het gaat over de plaat uit de jaren ‘50 uitgegeven op Decca met daarop de hoes de tekst ‘L’orgue du Chat Noir d’Alost’. Sindsdien hebben we een volledige zekerheid dat de naam gegeven werd. Zo had het orgel reeds een 10-tal jaren gespeeld voor het een naam kreeg. Door toedoen van zijn tweede eigenaar kreeg het orgel een naam die ook op het café zelf overging.

Onderstaand de twee 10″ platenhoezen van L’Orgue Du Chat Noire d’Alost. (Bron : eigen collectie)

Het orgel na het café

Ik heb recent contact gehad met Urbain De Pues, hij nam naar eigen zeggen in 1975 het leegstaande café over van Brouwerij De Zeeberg uit Aalst. Hij wou zo snel mogelijk zijn nieuwe café openen, maar er was wel nog wat opfris werk nodig. Urbain liet het orgel afvoeren met het schroot, dit zonder er bij na te denken wat hij aan het doen is.

De verkoop aan Dageraed vond volgens eerder opzoekingswerk plaats in 1968. Dat betwijfel ik gezien mijn recente gegevens zeggen dat dit pas in 1975 moet gebeurd zijn. Het museum te Koksijde werd geopend in het Folklore jaar 1974. In de verschillende catalogi uit de Koksijde periode wordt het orgel vermeld onder nummer 23 met foto, maar met onjuist bouwjaar 1920. Opvallend is dat de tekst nagenoeg ongewijzigd overgenomen werd, zij het dan viertalig, op de hoezen van de LP’s nrs. 3, 4 en 5 uit het repertoire van “De Zwarte Kat”. Deze LP’s kunnen ten vroegste in het museum opgenomen zijn in het jaar 1975, waarschijnlijk zelfs later. Het zou dus op zich wel kunnen dat het orgel pas in 1975 in het museum is terecht gekomen. Ingeschreven werd op nummer 23 en er kort nadien platen van opgenomen zijn. Intussen is de volledige verzameling van Koksijde naar het Brugse museum gegaan en opnieuw verkocht. De gehele collectie van het Brugse orgelmuseum werd in 1989 via via verkocht naar Japan. “De Zwarte Kat” is daar echter nooit aangekomen. Naar verluidt zou de container waarin het orgel zat op zee verloren zijn gegaan. Het blijft dus gissen waar het orgel zich nu bevindt!

Het blijft gissen waar het orgel zich nu bevindt!

Herstelling van het orgel door Hooghuys

Het orgel werd in 1975 in Aalst uitgebroken en moet vandaar op onduidelijke manier zijn terecht gekomen bij Daniel Dageraed uit Koksijde. Hoe dit gegaan is en wie er allemaal bij betrokken was, is nog niet geweten. In eerdere boeken en naslagwerken staat geschreven dat het orgel in 1968 werd opgenomen in de collectie van Dageraed. Echter is uit mijn onderzoek gebleken dat Urbain De Pues de man was die het leegstaande café overnam en het orgel in 1975 pas liet uitbreken en afvoeren voor renovatie van zijn nieuw café. Bij het einde van zijn café-periode kwam het orgel rond 1975 (of mogelijk 1968) in het bezit van Daniel Dageraed, die het toen kocht voor 150.000 fr. Het was in erbarmelijke staat. Gedeelten ervan waren verdwenen, vele pijpen waren wormstekig en dienden vervangen te worden.

Zeker is dat Hooghuys het orgel ooit al heeft nagezien voor onderhoudswerken en naar verluid een nieuwe blaasbalg zou geplaatst hebben. Dit gebeurde door Victor Hooghuys, kleinzoon van Louis-Francois, vader van Edgard Hooghuys. Zeer waarschijnlijk gebeurde standaard onderhoud ten tijde dat het orgel in het café in Aalst stond. Of de blaasbalg ook in Aalst of in de café Volkshuis in Geraardsbergen gebeurde is nog niet duidelijk. Toch vertellen bronnen dat er ook renovatie gebeurd is in Geraardsbergen voor het orgel naar Museum ging? Dit zou me er verbazen dus ook hier moeten we de ware gebeurtenis nog achterhalen. In Koksijde was het vooral Daniel Dageraed die ‘knutselde’ met de orgels.

Victor Hooghuys, kleinzoon van Louis-Francois en vader van Edgard Hooghuys, heeft het orgel nagezien voor onderhoudswerken.

Edgard Hooghuys kon het orgel op dat ogenblik kopen voor 40.000 frank maar hij had er de ruimte niet voor. Er werd gedacht de herstelling toe te vertrouwen aan Romain Charles Hooghuys (1901-1989) maar dat ging niet door. Door tussenkomst van Alexander Verberne (Amsterdam) kwam het orgel terecht bij Victor Hooghuys, die in die periode (1937-1972) het café “Toerisme” uitbaatte op de Grote Markt 45 te Geraardsbergen. Het orgel werd echter niet in het café opgesteld. In het orgel plaatste Victor Hooghuys nieuwe pijpen die op een veel lagere winddruk (220 mwk) dan Mortier pijpen werken. Hierdoor veranderde het karakter van het orgel. De firma Loncke voerde eind 1973- begin 1974 (mogelijk 2 jaar later) herstellingen uit voor een bedrag van 67.000 frank. De herstellingen gebeurden voornamelijk aan de windladen, de windvoorziening, het reinigen en stemmen van de orgelpijpen. Al met al speelde het orgel niet meer zo klankvol als vroeger.

De meeste orgels zijn met de jaren afgebroken of in dergelijke mate gerestaureerd dat nog weinig is origineel gebleven. Soms hebben ze zelfs andere fronten en techniek gekregen zodat de originaliteit of oorsprong ervan niet te achterhalen is.

De reisweg van het orgel

De meeste orgels zijn met de jaren afgebroken of in dergelijke mate gerestaureerd dat nog weinig is origineel gebleven. Soms hebben ze zelfs andere fronten en techniek gekregen zodat de originaliteit of oorsprong ervan niet te achterhalen is. Enkele Belgische nakomelingen van orgelbouwers doen nog restauraties en automatisaties over de hele wereld. Verzamelaars en musea over de hele wereld beheren nog het overgebleven patrimonium. Het orgel van De Zwarte Kat is tot op heden nog niet opgedoken. De eerste keer dat we het orgel buiten het café in Aalst zagen was in het museum in Koksijde, vandaar kent het een reisweg die te achterhalen is tot in Japan waar het tenslotte verdween op niet te verklaren wijze.

Orgelmuseum Koksijde

Ofwel is het orgel rechtstreeks vanuit Aalst naar Koksijde gegaan of het werd eerst naar Hooghuys gevoerd voor herstelling. In dat laatste geval werd het herstelde orgel werd in de verzameling Dageraed opgenomen. Schroothandelaar, Daniel Dageraed, bijgenaamd Neuze, is geboren in 1925, woont heden in de Robert Vandammestraat en verzamelt orgels. Hij was afkomstig uit Etelgem waar zijn overgrootvader burgemeester was. Hij groeide op in een kermisfamilie die reeds 5 generaties op de kermis stond. Op veertienjarige leeftijd had Daniel een orgeltje gekregen van zijn grootvader, dat moet rond 1939 geweest zijn vertelde zijn nicht. Hij hield het geruime tijd, doch verkocht hij het tenslotte aan een Engelse liefhebber, een daad die hij zich snel beklaagde. Zijn vader en grootvader deden kermissen, hadden een waarzeggers kraam, kindermolen en nog enkele andere attracties in West Vlaanderen. het was tijdens de crisis in Korea dat hij besloot geen kermissen meer te doen. Vanaf 1960 begon de familie als auto-afbraakbedrijf. Daniel was geen geschoolde ingenieur en probeerde de kost te verdienen met het verhandelen van schroot. Zijn interesse ging uiteindelijk meer uit naar oude orgels dan naar kapotte auto’s. Op een dag kwam er een vrachtwagen binnen met een orgel. Gezien orgels massaal werden uitgebroken was hij de man die ze overnam, begon te restaureren en verzamelen. Het was aanvankelijk zijn broer Willy uit Ieper die kennis had van orgels, deze restaureerde voor hem de eerste orgels. Het eerste orgel kwam uit Izegem, daar moest hij een lading schroot ophalen en de eigenaar overhaalde hem om ook een orgel mee te nemen, een instrument dat niet meer speelde. Een tweede orgel kreeg hij van zijn schoonmoeder. het was een orgel dat ook aan herstelling toe was. Zijn broer herstelde ook dit instrument. In 1960 kocht hij een loods. Hij kreeg hulp van kleermaker Delave en zijn zoon uit Hoogstade, beide waren net zoals hij door het orgelvirus gebeten en ze gingen samen op zoek. Zijn verzameling breidt voortdurend uit en hij besluit een museum in te richten in een loods op zijn terrein. Aanvankelijk was het niet zijn idee maar een idee van orgelliefhebber G. Mathot uit Brussel, eigenaar van het Provinciaal domein in Huizingen. In 1973 had Daniel een 50-tal orgels. Na 12 jaar verzamelen had hij al 60 orgels bijeen waaronder vier Mortierorgels, twee Decaporgels, drie Bursens orchestrions, drie elektrische piano’s en tal van buitenlandse instrumenten als Weber-orgelpiano, accordeonorgels, cilinderorgels, salonorgels, straatorgels, muziekdozen, draaiorgels,… Het oudste orgel in zijn verzameling toen was van 1840 en zijn grootste orgel toen was de Hooghuys Condor met een hoogte van 5 meter en een breedte van 7 meter. Het ontstaan van het museum is dus zeker en vast te wijten aan zijn ontelbare verzameldrang. Na zijn bezoek in 1973 aan het orgelmuseum in Utrecht besluit hij zelf een museum op te richten. Hij was toen al 23 jaar orgels aan het verzamelen.

Onderstaand enkele foto’ s van het Orgelmuseum Koksijde (B). De eerste afbeelding is een tweetalige flyer van het museum. Daarnaast een afbeelding van het Hooghuysorgel de Condor bij de officiële opening van het museum in het voorjaar van 1974. Dit gebeurde in aanwezigheid van toenmalig burgemeester Firmin Dewulf. (Bron : website westhoekverbeeldt.be) Op de onderstaande afbeeldingen ziet u Koningin Fabiola. Op 13 juli 1977 bezoekt koningin Fabiola het orgelmuseum gelegen in de Robert Vandammestraat (waar nu de Lidl is). Op de afbeeldingen helemaal onderaan ziet u de uitbater van het museum Daniel Dageraed en vrouw Maria poserend voor een Mortierorgel. (Bron : Archevaris Koksijde, Carolien Beele en website historischekranten.be)

Onderstaand enkele foto’s van het interieur van het museum met helemaal onderaan Daniel Dageraed bij een orgel van Verbeeck. (Bron : photo’s Christian Declerck)

Met Pasen 1974 werd het museum officieel geopend in aanwezigheid van toenmalig burgemeester Firmin Dewulf. Ook Arthur Bursens en Romain-Charles Hooghuys waren aanwezig. Het was gelegen in de R. Vandammestraat 45 Koksijde. Het eerste seizoen was een zeer groot succes. Het was een groot avontuur, want nog nooit eerder werd er aandacht besteed aan mechanische muziekinstrumenten. De 160 instrumenten staan er verzameld in de cataloog van het museum. Gaande van kanarieorgels, cilinderorgels, boekenorgels als de grote Verbeeck met 600 pijpen.

Onderstaand ziet u de cover van de catalogus van het orgelmuseum Koksijde met daarnaast als nummer 23 in de collectie het orgel van de Zwarte Kat uit Aalst. (Bron : eigen collectie)

Het orgel Mortier Orchestrion De Zwarte Kat werd in de cataloog ingeschreven met nummer 23. Is dat de volgorde in aankoop of zomaar willekeurig, dat weten we niet. Na 20 jaar verzamelen opende Daniel zijn orgelmuseum te Koksijde, dat er tien jaar gevestigd bleef. In die periode onderging De Zwarte Kat verscheidene veranderingen. Dageraed plaatste er een carillon in dat hij recupereerde uit een Wurlitzer orgel dat hij in Antwerpen gekocht had. Dit maakte echter te veel ‘lawaai’ en de buizen sloegen tegen elkaar. Het werd daarop verwijderd. Er werden ook jazzfluiten uitgenomen om in een Bursens dansorgel te plaatsen. Ook de ‘bariton’ en de trompet werden uitgenomen om in (een) ander(e) orgel(s) te plaatsen. Achteraf gezien is het goed dat Daniel een passie had om deze orgels te verzamelen, anderzijds was hij niet de meest geschikte man om de orgels in zijn originele toestand te bewaren. Toen Dageraed besloot zijn verzameling te verkopen, zou er een bod gedaan zijn op “De Zwarte Kat” van 7.000.000 fr. maar hij verkoos het orgel in het geheel van de verzameling te behouden.

Onderstaand enkele krantenartikels over het orgelmuseum Koksijde van Daniel Dageraed. (Bron : historischekranten.be) Het eerste en tweede artikel, Nationaal Orgelmuseum Speelt Zich In Te Koksijde. (Bron : Het Wekelijks Nieuws van 12 april 1974) Daarnaast Ons Vorstenpaar Aan De Westkust. (Bron : Het Wekelijks Nieuws van 15 juli 1977) Daarnaast Barbecue Met Draaiorgel. (Bron : Het Wekelijks Nieuws van 10 augustus 1979) Onderstaand Traag Koksijde Geeft Nationaal Orgelmuseum Westhoekse Parel, Prijs Aan Veel Sneller Gent. (Bron : Het Wekelijks Nieuws van 8 januari 1982) Daarnaast Dageraed, Van Kermisreiziger Tot Konservator Orgelmuseum. (Bron : Het Wekelijks Nieuws van 20 februari 1981) Daaronder Daniel Dageraed Maakte Van Zijn Autokerkhof Een Uniek Orgelmuseum. (Bron : Het Wekelijks Nieuws van 4 juli 1975) Daarnaast een aankondiging voor feesten in het Orgelmuseum Koksijde. (Bron : Het Wekelijks Nieuws van 25 februari 1977) Als laatste, Blijft Orgelmuseum Koksijde? (Bron : Het Wekelijks Nieuws van 18 december 1981)

Onderstaand ziet u een Franstalig krantenartikel van het orgelmuseum Koksijde. Daarnaast een foto van het orgel van De Zwarte Kat in hun collectie. Als laatste een artikel van het orgelmuseum Brugge met daarop het orgel van De Zwarte Kat. (Bron : internet)

In 1977 kreeg de Westhoek bezoek van het koningspaar. De koningin deed het orgelmuseum aan, de koning ging op zijn beurt een sportcentrum bezoeken. Het bezoek aan het museum duurde anderhalf uur en de koningin naar ruim haar tijd bij elk instrument. Ze liet zich informeren door de heer Dageraed, orgelbouwer Verbeeck, Willy Biasino uit Brugge en de Westvlaamse auteur van orgelboeken Harry Cogge uit Alveringem. Deze laatste is de ontdekker van Arthur Blanckaert, later gekend als Will Tura. Ze woonden beide in de Hobélaan in Veurne en als zijn ouders ‘Tuurtje’ niet vonden dan zat hij wel bij Harry. Hij leerde hem muziek en nam hem mee op het podium. Uiteindelijk kreeg de koningin bij haar vertrek drie langspeelplaten met orgelmuziek mee naar het paleis.

Daniel en zijn vrouw Marie Parrein werden een jaartje ouder en hadden geen kinderen, er moest iets gebeuren met de grote collectie. In 1978 is men gestart met de onderhandelingen voor de eventuele verkoop. Er is grote belangstelling maar helaas is het museum is Koksijde niet zo goed gelegen en weinig bezoekers vinden de weg er naartoe. Financieel is het een zware dobber voor de verzamelaar, ook blijkt een mislukte onderhandeling met het gemeentebestuur van Koksijde. Aanvankelijk waren er plannen om de gehele collectie over te laten naar het Meli-park in Adinkerke, Gent maar ook Brugge had interesse. Aanvankelijk waren de plannen zo goed als rond om de collectie naar het Belfort van Gent over te laten maar uiteindelijk werd het toch Brugge.

De collectie uit Koksijde werd aangekocht door de N.V. Internationale Boekhandel en werd opgesteld door de stichting Dageraed-Pareyn, dit op ’t Zand te Brugge.

Orgelmuseum Brugge

Daniel Dageraed Had geen kinderen en verkocht de gehele collectie op lijfrente. De collectie van Dageraed werd aangekocht door de N.V. Internationale Boekhandel, uit de Adolf Buylstraat 33 te Oostende, die al sedert 1912 deelneemt aan cultuur verspreiding. De collectie werd opgesteld door de stichting Dageraed-Pareyn, dit op ’t Zand, Vrijdagmarkt 11 te Brugge. Hier had de grote collectie een betere plaats dan aan de kust, er kwamen dan ook heel veel toeristen langs in Brugge. De Zwarte Kat was er een van de mooiste en kostbaarste instrumenten en werd afgebeeld op een 3-tal prentkaarten en op een speelkaarten doosje. Zeer opvallend was voor vele bezoekers het mooie “meubel”, dat tot hun verrassing een “caféorgel” bleek te zijn. De jachtige Amerikaan – die het maximum wou zien in een minimum van tijd – vroeg reeds aan de museumingang: “Where is the Black Cat?”

De Zwarte Kat was er een van de mooiste en kostbaarste instrumenten en werd afgebeeld op een 3-tal prentkaarten en op een speelkaarten doosje.

De jachtige Amerikaan – die het maximum wou zien in een minimum van tijd – vroeg reeds aan de museumingang: “Where is the Black Cat?”

Het orgel in Brugge was vast en zeker het belangrijkste orgelmuseum in België. Het was een resultaat vanwege amoureuze bevliegingen. Deze van Daniel Dageraed en deze van de Internationale Boekhandel. Het museum had een mooie cataloog gemaakt en het orgel van De Zwarte Kat verscheen als pronkstuk helemaal al laatste met nummer 118.

Onderstaand enkele afbeeldingen van het Orgelmuseum Brugge met daarop het orgel van De Zwarte Kat, een artikel ‘Wonder van toe, miljoenen waard’, enkele postkaarten, de voorpagina van de catalogus met daarin het orgel van de Zwarte Kat, en een sticker van het museum. (Bron : eigen collectie)

Onderstaand een flyer van het Orgelmuseum Brugge. (Bron : Keith Pritchett) Daarnaast een poster van het Orgelmuseum op ’t Zand, in het pand waar je tot voor kort in de Wibra voor kleingeld kleinoden trof. Daar werd ons orgelmuseum open gehouden. Eigenlijk gebeurde dat open houden aan de achterkant van het gebouw. Dat perceel loopt helemaal door tot aan het beursplein en daar was de ingang.(Bron : website bruggeinaffiches.be)

Onderstaand enkele foto’s van een bezoek aan het orgelmuseum Brugge. Daarop het Mortierorgel van De Zwarte Kat en nog een Mortier-, Marenghi-, Verbeeck-, een cylinderorgel en een grote collectie fonografen. (Bron : fotocollectie Wilfried Loontiens)

Vele van onze dansorgels werden na de oorlog uitgevoerd naar Nederland. De orgels waren juweeltjes van plastische schrijnwerk kunst en de gesculpteerde figuren in felle kleuren gestoken, zijn een uitdrukking van de smaak van die tijd. Die mengeling van pracht en praal, een stuk romantiek geboren in ons eigen land, behoort tot het verleden. Het museum is op 1 juni 1985 open gegaan, dit verscheen in een krantenartikel met koptekst “Wonder van toen miljoenen waard”. De vrouw van Dageraed sterft en iets later sterft Daniel in een auto-ongeval. De lijfrente is gedaan en de boekenfirma werd volwaardig eigenaar en stelt de collectie te koop.

Het museum is op 1 juni 1985 open gegaan. Iets later sterft Daniel in een auto ongeval. De lijfrente is gedaan en de boekenfirma werd volwaardig eigenaar en stelt de collectie te koop.

Privé collectie – Jozef De Caluwé

De boekenfirma verkoopt de collectie van Dageraed aan Jozef De Caluwé. Temsenaar Jozef De Caluwe is eigenaar van de buitengewone verzameling ‘Van muziekdoos tot grammofoon’, een collectie die uniek is in België en kan wedijveren op internationaal vlak. Zij omvat meer dan 150 exemplaren. Naast muziekdozen, fonografen en grammofoons bezit hij ook nog meer dan 1000 cilinders (voorloper van de grammofoonplaat), 90- en 78-toerenplaten, de meest uiteenlopende soorten naalden (ijzeren, houten, saffieren) en enkele zeldzame oude piano’s. Alle toestellen — waaronder uiterst zeldzame exemplaren — zijn in perfecte staat. In december 1977 en januari 1978 werkte Jozef De Caluwe mee aan de tentoonstelling ‘Honderd jaar fonograaf’, die in de Passage 44 in Brussel plaatsvond. Hij was er een der zes exposanten (twee Fransen, een Zwitser, drie Belgen). Op vrijdag 10 maart werd zijn verzameling nader toegelicht op de BRT-TV in het programma “Dit leuke land”. In november 1977 besliste de gemeenteraad van Sint-Niklaas dat de collectie ‘Van muziekdoos tot grammofoon’ de opvolger zou worden van de Edgard Heirmanklok. Vanaf 1978 zal de verzameling te kijk staan in de Wase hoofdstad. Jozef De Caluwe begon pas in de jaren zeventig met het verzamelen van fonografen. Hij wordt in zijn hobby bijgestaan door zijn zoon Patrick.

Onderstaand een foto van Jozef en Patrick De Caluwé uit Temse poserend bij hun collectie fonografen, een klein gedeelte uit hun gigantische verzameling. (Bron : website jazzcentrumvlaanderen.be)

Toen Dageraed kwam te overlijden werd de collectie te koop aangeboden. Jozef is de man die de collectie kocht uit passie voor mechanische muziekinstrumenten maar hij wist niet wat er mee te doen of waar ze te zetten. De collectie bestond grotendeels uit grote orgels en dit was nu juist niet de hoofdreden om ze verder te houden. De collectie moest weg in Brugge en Jozef besloot, gezien er in België geen interesse was, de collectie internationaal aan te bieden. Retonio Breitenmoser uit Zwitserland, een bekend veilingmeester van orgels, kocht de collectie in 1990. Het ging niet over miljoenen euro’s waar eerder sprake van was toen de collectie aan bod kwam.

Patrick De Caluwé, zoon van Jozef, heeft toezicht gehouden op de demontage en de verpakking van alles in opdracht van Retonio. Hoe dat allemaal verlopen is herinnert hij zich niet meer goed. Wel weet hij nog dat hij de grote afneembare stukken van orgels, orchestrions en andere grote instrumenten los heeft gemaakt en daarop aangetekend heeft waar wat moest komen en welke luchtslang waar moest aangesloten worden. Er moet wel een heel team specialisten verpakkers/kistenmakers bij geweest zijn want op enkele dagen was dat toch allemaal ingepakt. Het laatste wat hij zag was is het laden van die reuze kisten op speciale aanhangwagens met verlaagde bodem, buiten aan het museum. Waar die vrachtwagens naar toe zijn gereden wist niemand. Niemand heeft zich hier die vraag gesteld want het was toen eigendom van Retonio Breitenmoser. Wellicht dacht men dat het naar Zwitserland ging omdat ze niet wisten van de verkoop naar Japan. Achteraf gezien was het waarschijnlijk naar een haven richting het Oosten.

Retonio Breitenmoser uit Zwitserland, een bekend veilingmeester van orgels, kocht de collectie in 1990.

Veilingmeester Retonio Breitenmoser

Retonio Breitenmoser uit Genève is een orgelliefhebber, zakenman en veilig specialist die de Belgische orgelcollectie op een of andere manier kon bemachtigen van Jozef De Caluwé. Zijn Swiss Auction Company begon met veilingen in 1982. Retonio Breitenmoser is sinds 25 jaar de veilingmeester en is gespecialiseerd in : Mechanische muziekinstrumenten, klassieke auto’s, rock-, Hollywood memorabilia en verzamelobjecten. Hij verkocht de collectie door naar Japan. De man bezit naast het veilinghuis ook Dreamfactory, een extra ordinaire evenementen locatie waar ook een Decap orgel pronkt. Ook in Nederland worden orgels verhandeld. Dutch Auction Company is een veilinghuis gevestigd in Nederland met meer dan 35 jaar ervaring in het drijven van handel en organiseren van veilingen. De CEO’s van het bedrijf, Richard Singh en Retonio Breitenmoser, zijn ervaren en gepassioneerd op dit gebied. Retonio, zelf verzamelaar en oprichter van The Dreamfactory in Zwitserland, is sinds 27 jaar ook veilingmeester van de oldtimer veilingen en van de oldtimer galerie in Toffen, Zwitserland. Richard, oprichter van het bedrijf en merk Ricatech, is al meer dan 16 jaar actief in groothandel, productie, licenties, en import- export over de hele wereld. Ze hebben veilingen georganiseerd in Amerika, Frankrijk, Duitsland, Nederland, Luxemburg en Zwitserland. Bij The Dutch Auction Company zoeken ze de wereld af naar zeldzame en unieke verzamelobjecten. Hun klanten zijn dealers, verzamelaars, musea en enthousiastelingen over de hele wereld die bij hun komen voor hulp bij het kopen, verkopen en verfijnen van hun collecties.

Onderstaand enkele afbeeldingen van Retonio Breitenmoser, zijn Dream Factory concept in Zwitserland en een poster van een veilig uit 2020. (Bron : website dreamfactory.ch en dutchauctioncompany.com)

De Zwitserse handelaar Retronio Breitenmoser verkocht de collectie orgels en verzond ze rechtstreeks vanuit Brugge naar Japan. Ik contacteerde hem met de vraag naar meer informatie maar buiten dat hij zich de verkoop herinnert kan hij me geen extra documenten bezorgen. Hij heeft zoveel archiefmateriaal dat iets van 30 jaar terug haast onvindbaar is. Hij vertelde me dat de collectie nooit naar Zwitserland is gekomen, ze werd volgens hem in gepakt en vanuit Brugge naar Japan verzonden.

De Zwitserse handelaar Retronio Breitenmoser verkocht de collectie orgels en verzond ze rechtstreeks vanuit Brugge naar Japan.

2 orgels zijn niet aangekomen. Hoe zijn deze orgels uit de collectie verdwenen en waar zijn ze, dat is vandaag de dag nog steeds een raadsel!

De aankomst in Japan

Het orgel van De Zwarte Kat is mede met de collectie van museum Brugge via Retronio Breitenmoser naar een koper in Japan verkocht. Deze persoon kunnen we niet bereiken (overleden) en we weten ook zijn naam niet of wie hij is. Het was iemand uit Japan, mogelijk handelaar en hij heeft de gehele collectie ineens doorverkocht voor driedubbele van de prijs, alles was nog helemaal verpakt. Van hieruit is het waarschijnlijk via via terecht gekomen in museum. Echter zijn 2 orgels niet in het museum aangekomen. Hoe zijn deze orgels uit die collectie verdwenen en waar zijn ze, dat is vandaag de dag nog steeds een raadsel!

Onderstaand een communicatie waarbij met laat weten dat het orgel van De Zwarte Kat verloren is gegaan in de oceaan. (Bron : eigen archief)

België Orgel Museum bevindt zich nu in Matsushima. Hier is de gehele collectie van het orgelmuseum uit Koksijde terecht gekomen.

België Orgel Museum bevindt zich nu in Matsushima. Het “Matsushima Orgel Museum” werd opgericht op 31 oktober 1992. De orgels hier werden allemaal ontvangen van de Koninklijke Musea voor Schone Kunsten van België via de stad Brugge. Hier is de gehele collectie van het orgelmuseum uit Koksijde terecht gekomen. Het orgel van De Zwarte Kat uit Aalst en nog een ander orgel, de Hupfeld Helios, is echter nooit in het museum toegekomen! De collectie bevat ’s werelds grootste concertorgel (9 m breed x 7 m hoog), een orkestdoos die meer dan een eeuw geleden in Zwitserland werd geproduceerd, evenals orgels die speciaal voor adel werden geproduceerd, naast andere onschatbare stukken die zowel historisch als artistiek belangrijk waren. Ze zijn er trots op dat de grootste collectie van deze soort in Japan staat. Helaas werd het Matsushima Orgel Museum gedwongen te sluiten als gevolg van de uitgebreide schade veroorzaakt door de Grote Aardbeving in Oost-Japan, die plaatsvond op 11 maart 2011. De collectie zou nog te redden zijn. Momenteel is het niet duidelijk wat er gaat gebeuren. Bronnen vermelden dat het museum niet meer zal open gaan gezien de opkomst voor de tsunami niet bijzonder groot was. Volgens mijn contacten met orgelfanaten in Japan is het museum alweer geopend, deze bevestiging krijg ik ook wanneer in de website van het museum bezoek.

Onderstaand enkele afbeeldingen van het Orgelmuseum Matsushima in Japan. (Bron : website t-museum.jp)

Waar is het orgel van Aalst naartoe? Sommige beweren dat het op de bodem van de oceaan ligt. Ikzelf heb een voorgevoel dat het ooit wel nog zal opduiken. We moeten natuurlijk blijven zoeken! Een van mijn recentste berichtgevingen was dat het orgel in Japan achter een café gevonden is, het speelt nog maar is in slechte staat. De eigenaar spreekt geen Engels en wil het mogelijk verkopen. Gezien de zoektocht en het mysterie rond het orgel groot is, verneem ik dat alle berichten die verschijnen door liefhebbers worden verwijderd om geen stormloop te creëren wanneer het opnieuw zou opduiken. We besluiten dat de eigenaar of eventuele kopers het liever niet in de aandacht wensen te stellen.

Onderstaand een communicatie waarbij met laat weten dat het orgel van De Zwarte Kat zich toch ergens in Japan bevindt maar in slechte staat is, doch blijkt dat de eigenaar het wenst et verkopen. (Bron : eigen archief)

Hopen dat we bij de Stad Aalst steun en financiering kunnen vinden om het orgel terug te brengen!

Bovenstaande informatie geeft ons wel wat stof tot nadenken. Is het orgel van De Zwarte Kat nog bestaande of is het werkelijk van de aardbol verdwenen? Daarom schakel ikzelf de hulp in van Radio 2. De zomer van 2021 staat bij Radio 2 helemaal in het teken van mysteries. Elke provincie heeft geheimzinnige verhalen die vragen oproepen. Radio 2 stuurt de beste mysteriejagers uit naar alle uithoeken van Vlaanderen en Brussel en daarbuiten om er onopgeloste raadsels, verhalen en vreemde gebeurtenissen van en mét de luisteraars uit te pluizen. Ik doe bijgevolg een oproep en hoop dat deze radiozender zijn luisteraars, nationale en internationale contacten kan inzetten om het orgel terug te vinden.

Ward ging naar woonzorgcentra de Toekomst en Gerstjens in Aalst. Hij was er op zoek naar frisse ouderen die zich het orgel nog levendig herinneren.

Onderstaand hoor je Roger, Jeanne, Paul, Denise en Ilda… deze laatste bewoner is maar liefst 101 jaar.

https://radio2.be/luister/select/radio-2-oost-vlaanderen/radio-2-mysteries-herinneren-de-ouderen-uit-aalst-zich-het-orgel-nog?fbclid=IwAR2r7FuGvYDh9gmSGH3Erpc3RFZGj4LmamWhFe-PPh7AH86wajD3vIxn1Ng

Onderstaand de foto’s van de interviews bij de ouderen van het rustoord in Aalst (Bron : Facebook Animatie De Toekomst )

Mysteriejager Ward zoekt verder naar het verdwenen Orgel van de Zwarte Kat uit Aalst. Om meer te weten te komen, belde hij naar de uitbater van restaurant De Zwarte Kat en met Urbain De Pues, de vorige uitbater. Ook orgelrestaurateur Jolien Paeshuys en luisteraar Eddy Goderis weten mogelijk meer. Eddy was jarenlang vrijwilliger in de musea van Koksijde en Brugge. Deze contacten leiden de zoektocht naar Zwitserse veilingmeester die het orgel kocht en later weer verkocht aan een Japanse koper… maar dat wisten we natuurlijk al. Luisteraar Alberic Godderis leverde uiteindelijk bewijs dat het orgel nog steeds bestaat in Japan.

Ward probeerde contact op te nemen met Japan, maar dat ging niet zo vlot. Luisteraar Annabelle Maes bood zich aan om te helpen vertalen. Mysteriejager Ward en zijn tolk Annabelle waren de hele nacht druk in de weer voor hun zoektocht naar het Orgel van de Zwarte Kat. In Japan werden ze van het kastje naar de muur gestuurd. De ambassade voor Vlaams Erfgoed in Japan werd gecontacteerd in de hoop dat deze iets meer weten. Het spoor leidt naar Chouja Fishing hotel in Japan maar blijkbaar heeft deze eigenaar het aangekocht via een veiling in Japan.

Het orgel duikt op op TV Tokyo

Onderstaand zien we een afbeelding van de website van TV Tokyo waarbij het orgel op een programma Rijker Dan Je Denkt is geweest en een veilingsprijs van ¥4200000 geschat werd wat omgerekend een €33000 zou zijn. (Bron : website tv-tokyo.co.jp)

Het orgel is verkocht via een veilig en speelt nu in een vishotel in Japan!

De eigenaar heeft een herberg genaamd “Fishing Camp Manager’s Mansion”, waar u het hele jaar door kunt vissen. Oorspronkelijk werd dit 19 jaar geleden gebouwd door zijn vader die van vissen houdt, hij werd vorig jaar de tweede eigenaar omdat zijn vader stierf. De orgelschat werd 10 jaar geleden op een veiling door zijn vader aangekocht voor 4,2 miljoen yen. In die tijd pochte hij dat zoiets waardevol was in de wereld. Het staat momenteel in het restaurant van de herberg, maar sinds zijn vader overleden is, wist hij niet hoe hij het orgel moest gebruiken. Hij wil nu graag willen weten of het het echt wat waard is, zoals zijn vader hem had laten weten.

Onderstaand enkele afbeeldingen van de aankomst van het orgel De Zwarte Kat bij chouja fishing hotel in Japan. (Bron : chouja fishing)

Onderstaand hoort u het orgel spelen. Het zou reeds enige restauraties hebben doorlopen maar staat lang niet in originele staat hoe het in Aalst ooit vertrokken is.

Op Twitter verscheen in december 2021 een post over het orgel. “Ik heb een schat aanbeden die is getaxeerd door een taxatiegroep met een taxatiewaarde van 8 miljoen yen.”

Een kennis die ik leerdere kennen door dit online naslagwerk bezocht in juni 2022 speciaal voor dit verhaal het vissershotel in Japan. Hij kreeg er de gelegenheid om het orgel van De Zwarte Kat uit Aalst te bekijken en speelde er enkele boeken af. Bij deze gelegenheid werd werk gemaakt om een aantal foto’s in detail te nemen alsook om het repertoire muziekboeken vast te legen. In totaal beschikt het orgel over nog 42 boeken. Zoals verwacht heel wat boeken van August Schollaert uit Aalst. Wij proberen het repertoire te ontcijferen, ook jou hulp is welkom. Hieronder het repertoire en een deel van de foto’s.

REPERTOIRE :
White Christmas – Verbeeck
Scale Book 84-key – Verbeeck
Happy Birthday – Verbeeck
Potpourri Volksliederen – onbekend
Het Lied Van De Straat – onbekend
De Kleine Wals-Joe Hey – onbekend
Rose Marie – August Schollaert
??Liëhtornsterne?? (polka) – onbekend
??Liëhtornsterne?? (polka) – onbekend
?? …Je Hebt Mijn Bezoek Aan… / ??Bientot?? (foxtrot) /??Aan Het Strand Stil En Verlaten…?? / ??Joanista?? (rumba) – August Schollaert
??Kéa, Je Hebt…? – August Schollaert
Lettre d’Amour (wals) – onbekend
Reve De Vals – August Schollaert
De Graaf Van Luxembourg – August Schollaert
??Shine On Balcony Moon?? / ??Meseialle Rose?? (Valse) / ??By The River Of The Rose?? – August Schollaert
De Lustige Boer – August Schollaert
De Vogelhandelaar- onbekend
De Vrouw In Hermelyn (valse) – August Schollaert
??Kermis?? (samba) – August Schollaert
onbekend
??Hotelen Wals by Cszar Strauss?? – August Schollaert
On A Persian Maket by Ketelbey – onbekend
onbekend
Ballet De Faust – onbekend
??J’telle Tout (Step)?? / ??Je mensu…?? (tango) / ??Rente…?? / ??… De Montmartre?? (valse) – August Schollaert
onbekend – August Schollaert
De Bloem Van Hawai – August Schollaert
Gravine Maritza – August Schollaert
De Cirkus Princes – August Schollaert
De Spaanse Nachtegaal by Leo Falle?? – August Schollaert
Potpourri Volksliederen by E Miel – onbekend
Het Land Van De Glimlach by J Lehar – August Schollaert
onbekend – August Schollaert
Van De Klasse (mars) – onbekend
Het Hollands Wijfje – August Schollaert
De Vogelhandelaar – onbekend
onbekend – August Schollaert
Papa Is Naar Cuba – August Schollaert
De Zwansbaron – August Schollaert
onbekend – Mortier
Un Baisier?? – August Schollaert
Colonel Bogey (mars) – onbekend
Paganini by Frans Lehar – August Schollaert
onbekend
??Chardes Vorstin – Mortier
onbekend – Mortier

Onderstaand enkele recente foto’s van het orgel van De Zwarte Kat in Japan en het bijhorende repertoire aan muziekboeken. (Bron : foto’s van Paul Willems genomen bij zijn bezoek in juni 2022)

Afwachten dus en hopen dat we ondertussen bij de Stad Aalst steun en financiering kunnen vinden om het terug te brengen!

NEWS/PRESS : ga naar de pagina news/press en herbeluister de podcast bij radio

De zoektocht nu ook op Spotify

NEWS/PRESS : ga naar de pagina news/press en volg de Radio 2 zoektocht bij radio

12 -17 juli 2021 : Radio 2 Mysteries: De zoektocht naar het orgel van de Zwarte Kat uit Aalst

NEWS/PRESS : ga naar de pagina news/press en volg het artikel van MechaMusica bij press

MechaMusica maandmagazine december 2021 – Mysteries ontrafeld

NEWS/PRESS : ga naar de pagina news/press en volg het artikel van HLN bij press

Het Laatste Nieuws – Weekendeditie 22-10-21 : artikel Rutger Lievens & JP Swirko

NEWS/PRESS : ga naar de pagina news/press en volg de nieuwsbrief van Erfgoedcel Aalst bij press

oktober 2021 : Nieuwsbrief Erfgoedcel Denderland

NEWS/PRESS : ga naar de pagina news/press en volg het artikel van Chipka stadsmagazine Aalst bij press

september 2021 : Chipka stadsmagazine – Orgel van De Zwarte Kat is terecht!

NEWS/PRESS : ga naar de pagina news/press en volg het artikel van VRT Nieuws bij press

16 juli 2021 : VRT – Mysteries ontrafeld: Waar is het “Orgel van de Zwarte Kat” uit Aalst?

NEWS/PRESS : ga naar de pagina news/press en volg de zoektocht van Radio 2 bij press

12 juli 2021 : Radio 2 Mysteries: “Het orgel van de Zwarte Kat van Aalst”.


Luister hier naar een oude opname van Tony Bell op het orgel van De Zwarte Kat. (Bron : eigen collectie)

(Graag vernemen wij u bemerkingen via onderstaand formulier, aarzel niet!)

Gepubliceerd door Belgian Music Archive - Keimi

Music lover & New Beat collector - Reuniting and promoting the history of Belgian New Beat Belgian Mechanical Dance Organs - The Story : Mortier The Zwarte Kat & August Schollaert

Plaats een reactie

Ontwerp een vergelijkbare site met WordPress.com
Aan de slag