#10/14 AUGUST SCHOLLAERT

DEEL 7 : AUGUST SCHOLLART
Fanfare Tot Heil Des Volks onder leiding van August Schollaert
Beroep Boeksteller
– Arrangeur
– Noteur
– Boeksteller
Samenwerkingen
Orgels in België op muziek van August Schollaert
Latere opnames op plaat

LEES VANAF HET BEGIN ! > START LEZEN VANAF BLOG #1/14… tot #14/14
Vanaf 2021 posten we 2x/week een blog met informatie en foto’s, ontdek de website!
Klik op de afbeeldingen – lees rode quotes – bekijk filmpjes – lees en laat u verleiden!

DEEL 7 : AUGUST SCHOLLAERT

August Schollaert werd in 1893 geboren als derde zoon in een arbeidersgezin 20 maart 1893 te Aalst. Zijn ouders, twijnder Johannes Franciscus Schollaert (1858-11 november 1943) en moeder Clemantia Wauters (1860-15 feb 1949) hadden bij het overlijden een respectievelijke leeftijd van 86 en 89 jaar. Het arbeidersgezin woonde in de Sint- Jobstraat in Aalst. Reeds op 10-jarige leeftijd speelde hij bugel in de harmonie, waar ook zijn vader – bijgenaamd ‘Frans de Tamboer’ – deel van uitmaakte. Later ging hij over op de hobo en was hiermee op 14-jarige leeftijd solist in enkele concerten. Bij het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog in 1914 werd August dirigent van de harmonie. In 1919 werd hij beroepsmuzikant bij het leger en leerde hier trombone. Tijdens deze periode volgde hij lessen harmonieleer en contrapunt aan het conservatorium van Antwerpen, met goede resultaten. In 1921 werd hij weer dirigent, nu bij de fanfare ‘Tot Heil des Volks’ te Aalst. In 1922 nam hij ontslag uit het leger en vanaf dat jaar begon hij met het noteren van boeken voor dans- en kermisorgels. Hij bleef daarnaast ook dirigeren. Onder zijn leiding behaalde de fanfare verschillende eerste prijzen. Tevens trad hij op als dirigent van een groot symfonieorkest, waarmee hij verscheidene operettes tientallen keren begeleidde. Dat leider van de fanfare August Schollaert later ook betrokken raakt bij het maken van arrangementen voor orgelmuziek is waarschijnlijk te wijten aan de kennis die hij van zijn vader en van het harmonie en fanfareleiderschap heeft opgedaan. In de jaren twintig trouwde August Schollaert met Aline Ghysbrecht. Het echtpaar kreeg een zoon, Herman werd geboren in 1930.

Dat August Schollaert betrokken raakt bij het maken van arrangementen voor orgelmuziek is waarschijnlijk te wijten aan de kennis die hij van zijn vader en van het harmonie en fanfareleiderschap heeft opgedaan.

Onderstaand een foto van August Schollaert begin jaren ’20. Daarnaast een familiefoto van eind jaren ’30 met daarop August Schollaert, zoon Herman en vrouw Aline Ghysbrecht. (Bron : Het Pierement oktober 2000 en de website hooghuys.com van Björn Isebaert)

Onderstaand de acte van overlijden van zijn ouders Johannes Franciscus Schollaert en moeder Clemantia Wauters.

August Schollaert was als bezoeker vast en zeker geïnspireerd door het orgel van café De Zwarte Kat uit Aalst, waarschijnlijk omdat hij hier zijn orgelboeken kon testen en laten horen. De Zwarte Kat was een concertorgel, waardoor het minder geschikt was voor marsmuziek. Het was beroemd voor zijn uitgebreide, (licht)klassieke repertoire: ouvertures, selecties uit opera’s en operettes. In de beginjaren van het orgel was alle boekmuziek genoteerd en gekapt door August Schollaert. Hij kwam bijna dagelijks op café en had er contact met de forains voor wie hij boekmuziek maakte. Deze klanten waren doorgaans slecht bij kas dus betaalde hij ze wel een pint!

August Schollaert kwam geregeld in café De Zwarte Kat om er zijn orgelboeken te horen. Hij had er contact met de forains voor wie hij boekmuziek maakte.

Ook de contacten tussen de families Schollaert en kermisfamilie Becquart waren vrij nauw, aangezien deze laatste doorgaans in Aalst overwinterde. Tevens had Schollaert connecties met Edmond Hooghuys. Deze zette Schollaert ertoe aan ook eens voor Hooghuys orgels te noteren. Samen overlegden zij wat er op welk orgel zou worden gemaakt. Vooral de oudere partituren uit het bezit van Edmond waren daarbij zeer geliefd. Een aardige bijzonderheid is dat de piano van Herman Schollaert afkomstig was uit de winkel van Edmond in Geraardsbergen.

Is August door Hooghuys of door het orgel van Aalst in contact gekomen met orgelmuziek? Heeft hij misschien de uitbater van de café kunnen overhalen er een orgel te bestellen? Was hij ook verantwoordelijk voor de latere opnamen die op plaat zijn verschenen? Het is nog niet allemaal duidelijk wat er gebeurde. August lijkt heel goed te zijn in wat hij doet! Ondertussen ging zijn bekendheid als noteur vooruit en steeg het aantal klanten.

Hij lijkt heel goed te zijn in wat hij doet! Ondertussen ging zijn bekendheid als noteur vooruit en steeg het aantal klanten.

Onderstaand de voorpagina van boeken gemaakt op drie verschillende adressen in Aalst. (Bron : eigen collectie en de website hooghuys.com van Björn Isebaert)

Onderstaand afbeeldingen van de woonst en straatnamen waar de ambacht boeksteller werd verricht. (Bron : eigen collectie)

Er zijn drie adressen in Aalst waar August Schollaert heeft gewoond en de ambacht, maker van orgelboeken, heeft uitgevoerd.

Er zijn drie adressen bekend waar Schollaert heeft gewoond, dit volgens de etiketten op zijn boeken. Op de oudste staat te lezen Stoofstraat 15 Aalst. Op de etiketten uit het begin van de jaren dertig wordt als adres vermeld Kluyskensstraat 20 Aalst .(In deze straat was ook een meubelmaker gevestigd die ooit, volgens het stadsarchief van Aalst, een paar orgels zou hebben gebouwd.) Op de boeken vanaf de tweede helft van de jaren dertig vinden we als adres Nestor de Tierestraat 6 Aalst. Hier heeft hij tot aan zijn dood gewoond.

Onderstaand de geboorteakte van August Schollaert, zoon van Joannes Franciscus Schollaert (twijnder) leeftijd 35, geboren te Aalst, wonende te Sint-Job te Aalst en Moeder Clementia Wauters (zonder beroep) leeftijd 33, geboren te Aalst, wonende te Sint-Job te Aalst. (Bron : Burgerlijke standregister, geboorteakte nummer 226 van 20-03-1893) Daarnaast de militieregistratie van August Schollaert. (Bron : Militieregister Aalst 1913, inventarisnummer 35) Daaronder de melding van het overlijden van August Schollaert op 64 jarige leeftijd. (Bron : De Gazet van Aalst van 13 februari 1958 – Digitaal krantenarchief Stadsarchief Aalst) Daarnaast de melding van het overlijden van Aline Ghysbrecht op 87 jarige leeftijd. (Bron : Nieuwe Gazet van Aalst van 1 juni 1984 – Digitaal krantenarchief Stadsarchief Aalst) Daarnaast de grafzerk van de familie Schollaert Ghysbrecht. (Bron : foto, rustplaats kerkhof Aalst, uit eigen collectie). Daaronder een krantenknipsel waaruit blijkt dat de familie al eens met de kaarten speelde en hierbij een soloslim behaalde, dus in het kaartspel wiezen alleen alle slagen halen. (Bron : De Volksstem van 16 januari 1917 – Digitaal krantenarchief Stadsarchief Aalst). Onderstaand een krantenartikel waarbij een meisje gevraagd werd voor de uitvoering van proper werk op het adres van de Kluyskensstraat 20. Het kappen van boeken stond toen op zijn hoogtepunt dus mogelijk had de familie toen handen te kort. (Bron : De Volksstem van 24 april 1931 – Digitaal krantenarchief Stadsarchief Aalst)

Na de oorlog legde Schollaert in 1945 de dirigeerstok neer. Hij bleef echter tot het laatst toe voor de orgels actief. Dag in, dag uit was Schollaert bezig met noteren. Midden jaren vijftig was hij door ziekte al ernstig verzwakt en de laatste keer dat hij buiten kwam was in september 1957. Na zijn overlijden op 9 februari 1958 werden zijn kapmachine en karton voorraad overgenomen door Eugene Peersman. Eugene stierf een eenzame dood, het archief verdween mee. Een deel van de vele partituren van August Schollaert werd aan het orkest gegeven waarvan hij lid was, maar de meeste bladmuziek werd later helaas vernietigd. Omdat er in 1958 al minder noteerwerk was – voldoende voor zo’n acht maanden per jaar – heeft Augusts zoon Herman het werk van zijn vader niet voortgezet. Hij werkte eerst een tijdje bij de platenmaatschappij Decca en werd later muziekleraar te Aalst. Herman overleed in 1997.

Onderstaand de melding van huwelijk van zoon Herman Schollaert met Agnes Camu. (Bron : De Gazet van Aalst van 6 april 1961 – Digitaal krantenarchief Stadsarchief Aalst)

Nu mijn recente opzoekingswerk amper nog voor nieuwe info zorgt, heb ik besloten mijn verhaal neer te schrijven en te publiceren. Het is duidelijk dat August Schollaert muziekliefhebber was en een passie voor orgels heeft opgedaan. Door wie weten we nog niet? Wel was hij in contact met Hooghuys die later ook het orgel van café De Zwarte Kat in Aalst herstelde. Zijn leiding in de fanfare zal zeker een mogelijkheid geweest zijn om arrangementen te kunnen maken. Ook is zeker dat hij van deze arrangementen zelf boeken voor orgels beginnen maken is. Of we het werk van August Schollaert ooit helemaal zullen kunnen overzien is uitgesloten. Of het is reeds verdwenen of het zit her en der in de wereld verspreid, bij bijhorende orgels of los daarvan in collecties. Één ding is zeker, het is enorm wat een prestatie dat hij heeft afgeleverd! Buiten alle orgels waar hij muziek heeft voor gemaakt, is het zeker dat hij voor Hooghuys/Becquart kermisorgels heel veel muziek heeft gemaakt deze later op plaat werd opgenomen. Ook het aantal platen met opnames van Mortierorgels met zijn arrangementen is momenteel al ongezien groot, we spreken van honderden tot misschien wel duizenden arrangementen en boeken voor orgels! Aangezien de fanfare en later het maken van orgelboeken tot zijn beroep uitmaakten gaan we dieper in op zijn werk.

Naast heel wat muziek voor Mortierorgels heeft hij ook voor kermisorgels veel muziek gemaakt dat later op plaat werd opgenomen.

We spreken van honderden tot misschien wel duizenden arrangementen en boeken voor orgels!

Fanfare Tot Heil Des Volks onder leiding van August Schollaert

Oorspronkelijk was de naam van de fanfare De Fanfare Van De Ijzeren Hand. Vermoedelijk is ze opgericht in het voorjaar van 1896. Op 14 juni 1896 was hun eerste optreden op ‘Het Festival Van Zottegem’ en iets later werd de vlag en hun lokaal ingehuldigd. Eind 1897 werd de kring hervormd tot nieuwe stichting Tot Heil Des Volks. Vanaf 18 januari 1911 richtte de vereniging leergangen voor de jeugd. Deze gingen door in het lokaal de Groene Poort in de Sint Jorisstraat, dit op elke zondagvoormiddag en vrijdagavond. Op 15 september 1911 verhuisde de leden naar een nieuw lokaal der Daensisten in de Lange Zoutstraat 34. Bij de opening van het Vlaams Huis vestigden zij zich in de Molenstraat (nu Cultureel Centrum De Werf). Voorzitters waren M. Rogghé, K.L. Vanopdenbosch en J. De Brabanter. De christelijke volkspartij had als volksvertegenwoordiger Adolf Daens, fanfare Tot Heil Des Volks had zijn locatie bij Leon Bogaert, In de Drij Wegen, Sint Jorisstraat 11.

Bij wapenstilstand een jaar later dan het einde van de de eerste Wereldoorlog verscheen de affiche voor de Aalsterse Sint-Maarten Winterfoor van 9 tot 16 november 1919. Op 10 nov 19u ’s avonds was er concert van de fanfare Tot Heil Des Volks maar ook tal van andere fanfares en harmonieën namen deel. Ook in de online krantenarchieven van onze stad zijn heel wat optredens van de fanfare te vinden die plaats vinden in de kiosk op de Grote Markt.

Onderstaand enkele van de vele krantenartikels met optredens van de fanfare Tot Heil Des Volks uit het Digitaal krantenarchief Stadsarchief Aalst. Een groot kunst concert op de Grote Markt met de muziekmaatschappij Tot Heil Des Volks onder leiding van August Schollaert, dit ter gelegenheid van 25 jarig jubelfeest van het ziekenfonds. (Bron : De Werkman van 12 mei 1921) Daaronder een concert door fanfare Tot Heil Des Volks ter gelegenheid van de kermisfeesten. (Bron : De Volksstem van 9 juni 1938) Daarnaast het programma van het Guldensporenconcert met de fanfare Tot Heil Des Volks onder leiding van August Schollaert. (Bron : De Koornbloem van 10 juli 1932) Daarnaast Provinciaal Muziektornooi met onder andere de fanfare Tot Heil Des Volks. (Bron : De Volksstem van 31 juli 1930) Onderstaand het feestprogramma ter gelegenheid van de Vlaamse hoogdag met begeleiding door de fanfare Tot Heil Des Volks. (Bron : De Koornbloem van 11 juli 1920) Als laatste een afbeelding van de fanfare Tot Heil Des Volks uit 1923 met daarop dirigent August Schollaert (met snor) als tweede van rechtsonder. (Bron : Het Pierement van oktober 2000)

Zoals vele andere muziekverenigingen was ook deze fanfare gebonden aan een bepaalde politieke beweging.

Zoals vele andere muziekverenigingen was ook deze fanfare gebonden aan een bepaalde politieke beweging. Vooral in de jaren ’20 was de fanfare heel actief op tal van Vlaamse manifestaties. De fanfare vierde in 1922 haar 26 jarig bestaan. Er bestaat een foto waarop de fanfare en hun leider August Schollaert is te zien. Deze is ook vermeld in het boek ‘Een Musicerende Stad’. Schollaert moet de muziekmicrobe reeds op jonge leeftijd hebben ervaren via zijn vader. Hij leerde al snel het vak en werd leider van deze fanfare. Tussen beide oorlogen was de muziek van de fanfare zonder twijfel uitgegroeid tot een der belangrijkste fanfares van de stad. Het is niet duidelijk maar we vinden nergens in Aalst verdere informatie over August Schollaert. Als leider van de fanfare moet hij waarschijnlijk goede contacten hebben gehad met andere muziekanten? Er is alvast geen link te vinden met onze muziekschool. Muziek moet in zijn bloed gezeten hebben, dat is zeker

Onderstaand een artikel van de muziekmaatschappij Tot Heil Des Volks waarvan August Schollaert leider zou blijven tot en met de Tweede Wereldoorlog. Daarbij een groepsfoto van de jubileumviering van de fanfare uit 1932 met daarop August Schollaert centraal afgebeeld met het nummer 38. (Bron : De Voorpost van 6 oktober 1978 – Digitaal krantenarchief Stadsarchief Aalst)

In het bevolkingsregister van stad Aalst staat August Schollaert vermeld als Boeksteller. Op zijn stempel staat de titel Muzieksteller / Noteur.

Beroep Boeksteller

In het bevolkingsregister van inwoners van stad Aalst staat August Schollaert vermeld als Boeksteller. Een steller is iemand die iets schrijft of geschreven heeft. Een boeksteller is hij die boeken maakt. Op zijn stempel staat de titel Muzieksteller / Noteur maar wat was het feitelijke ambacht van de man?

Arrangeur

Als leider van een fanfare was August Schollaert vertrouwd met het gegeven partituren en notenleer waarop muziek te lezen en spelen was. Een arrangeur is een persoon die een bestaand stuk muziek of compositie bewerkt voor een andere bezetting, een bepaalde stijl of een bepaalde gelegenheid. In ons geval is dit een muziekstuk bewerkt voor orgels. Om een arrangement te kunnen maken heeft de arrangeur kennis van harmonieleer, instrumentatie en orkestratie nodig. De noten en melodieën van een bestaande partituur worden overgenomen. August Schollaert werkte doorgaans met piano- en orkestpartituren, waaraan hij zich nauwkeurig hield. Het noteren ging vrij snel, waardoor hij in de loop der jaren een enorme productie heeft kunnen maken. Zijn arrangementen waren altijd correct en verzorgd maar zelden gewaagd. Naast vrijwel alle tophits uit de jaren dertig, veertig en vijftig arrangeerde hij vele marsen, concertwalsen en semiklassieke stukken, waaronder ouvertures en operette-selecties, meestal uit het Duitse en Franse repertoire. Eigen composities van Schollaert zijn mij overigens niet bekend. Schollaert maakte na de oorlog arrangementen voor de vele 78-toerenplaten met de typische drie-nummer-medleys, op onder andere het Kristall-, Decca- en Omega-label. Daarvoor werden de bestellingen door de platenfirma’s zelf geplaatst.

Naast vrijwel alle tophits uit de jaren dertig, veertig en vijftig arrangeerde hij vele marsen, concertwalsen en semiklassieke stukken, waaronder ouvertures en operette-selecties, meestal uit het Duitse en Franse repertoire.

Onderstaand een advertentie van August Schollaert als noteur van boeken voor Decca- en Omegaplaten. (Bron : Het Pierement van 1957)

Noteur

Uiteraard moest muziek omgezet worden in sequenties van gaatjes in kartonnen boeken alvorens het op een orgel kon worden gespeeld. Aangezien elk orgel specifieke instrumenten had, en ook de plaats waar de gaatjes moesten gemaakt worden in het boek varieerden van orgel tot orgel, was dit geen simpele zaak.

Een noteur is een vervaardiger van orgelboeken. Hij vertaalt het notenschrift van een compositie in een voor het orgel geschikt arrangement in een ponscode in karton of dik papier. Hierbij rekening houdend met de beperkingen en mogelijkheden van het instrument. Een noteur moest niet alleen rekening houden met het soort orgel (dans-, straat-, kermis-, orkestorgel) maar ook met de verschillen tussen de merken en modellen. Daar kwam dan nog bij dat de geliefde muziekstijl voortdurend veranderde. Noteurs waren echter niet de enigen die mee moesten met de mode. Ook de orgels zelf ondergingen een evolutie.

Het publiek wou de nieuwe en modernste liedjes horen. Tot voor de Eerste Wereldoorlog waren het vooral de : wals, polka, mazurka en scottisch. Na de oorlog kwam de muziek met de soldaten mee vanuit Amerika en Engeland, one step, two step, foxtrot, charleston en de tango. Na de Tweede Wereldoorlog kwamen de ritmische dansen uit Zuid- en Midden Amerika, dansen als de rumba, conga, mambo, samba. Toen in België in de jaren ’20 de jazz opkwam, was het nodig om ook hierin mee te evolueren. Mortier heeft toen de ‘jazz flute’ uitgevonden. Het Mortier orgel De Zwarte Kat zou zo’n jazz fluit hebben gehad, maar deze werd er met de jaren uit verwijderd en in een ander orgel gebouwd, wat heel erg spijtig is voor de klank en de originaliteit… dit terzijde. In elke geval was het nodig dat de noteur diende op de hoogte te zijn van de modernisatie in muziek en technologie van de orgels.

Hij vertaalt het notenschrift van een compositie in een voor het orgel geschikt arrangement in een ponscode in karton.

De noteur diende op de hoogte te zijn van de modernisatie in muziek en technologie van de orgels.

Noteurs hadden de keuze uit verschillende soloregisters, zoals de harmonische fluit, piston, xylofoon, klarinet, bariton, trompet, bombardon,… Andere instrumenten, de ‘strijkers’, zoals viool en contrabas werden gewoonlijk in akkoorden genoteerd en waren natuurlijk bij uitstek de registers voor het volle werk. Vanaf 1906 voegde Guillaume Bax enkele nieuwe registers toe, carillon, viool-celeste, flute 8’ en de baxophone, wat zijn eigen uitvinding was.

In die beginjaren van de dansorgels deed de ‘vox humana’ of menselijke stem dienst als solostem. Orgelbouwers als Gavioli, Gasparini, Limonaire en zelfs de Belgische orgelbouwer Mortier gebruikten dit instrument zeer vaak in hun eerste grote orgels. Dit register maakte gebruik van een vibrato, een snel op en neer gaan van de toonhoogte. Toen in de jaren twintig de vox humana als te ouderwets werd afgedaan, zocht Guillaume Bax, in dienst van Mortier, naar een nieuw geluid. Het meest kenmerkende register in Belgische draaiorgels is de jazz-flûte. Hoewel dit register pas in 1925 werd uitgevonden, werd het daarna veelvuldig toegepast. Niet alleen kreeg het in de nieuwe orgels een prominente plaats vooraan het pijpwerk, maar ook werd het in de meeste oudere orgels ingebouwd om mee te gaan met de modernste vernieuwing. De jazz-flûte bleek voor de Belgische noteurs een makkelijk hanteerbaar register waarmee ze de melodie duidelijk naar voren konden laten komen.

Rond 1930 deed Bax alweer een nieuwe uitvinding, de vibraton. De vibraton klonk een octaaf lager dan de jazz-flûte en combineerde zeer goed met dit register. De sound van Jazzmuziek kon nu nagebootst worden. Met deze combinatie kon men zeer goed de zwoele saxophone uit de jaren dertig imiteren. Door het succes van zowel jazz-flûte en vibraton werden vele orgels van voor 1925 omgebouwd. Hierdoor zijn een heel deel van de oorspronkelijke instrumenten van deze orgels, zoals de carillon en de flûte harmonique, verloren gegaan.

In 1935 werd de accordeon gepresenteerd. Dit werd een echte rage waardoor het ook overal in de orgels werd ingebouwd. Na de Tweede Wereldoorlog kwam de saxophone en het drumstel er bij als instrument. Dit alles aangevuld met woodblocks, castagnetten,… De dansorgels konden daardoor hele orkesten naspelen. Rond de eeuwwisseling waren ze voorzien van beelden, waarbij de armen de maat slaat op een bel en de hoofden kunnen draaien. Vanaf de jaren ‘50 is het Decap die uitpakt met robots de orkesten bespelen. Een hele evolutie van techniek en instrumenten in orgels die door de noteur in kwestie diende vertaald en geprogrammeerd te worden.

Onderstaand een afbeelding van een orgelboek waarop de verschillende registers zijn geponst aan de hand van het gamma van het desbetreffende orgel. (Bron : eigen collectie)

De plaats van de instrumenten, de bassen, de zang, tegenzang, instrumenten worden op bepaalde maat gezet. Elke noot van een partituur, elk stuk slagwerk, elke klank wordt dan vertaald in gaatjes.

Bij aanvang beschikt de noteur over een gamma van het orgel waarvoor het boek bestemd is. Dit is een papieren strook waarop alle mogelijkheden van het betreffende orgel staan opgetekend. Het is de volgorde van de functies van de toetsen in het klavier. Het gamma waar de instrumenten staan vermeld is niet altijd gelijk, het kan verschillen van orgel tot merk. Dit hangt helemaal af van het orgel waarvoor het boek is gemaakt. Op het ene boek zitten bassen en begeleiding boven, zang en tegenzang daaronder en slagwerk op het einde maar het kan ook omgekeerd zijn, of helemaal verschillend. Het gebeurde zelfs dat bij een Mortier 84-toets orgel, de instrumenten op het boek op verschillende plaatsen stonden. Dit om het niet mogelijk te maken dat boeken onderling werden uitgewisseld. Voor Mortier noteerde Schollaert voor alle gamma’s. Mortier had vele indelingen, ze maakten orgels van 56- tot 123-toetsen. Maar ook binnen die groepen verschilden de gamma’s. Zo zijn er minstens 3 verschillende gamma’s voor 84 toets orgels. Ook 97- en 101-toets orgels hadden verschillende indelingen. Het was dus noodzakelijk dat een noteur een gammakaartje had waarop bij elke toets staat wat de functie is. Er zijn honderden, zo niet duizenden verschillende gamma’s. Schollaert zal zeker ook een grote doos met gamma’s hebben gehad. Ik weet dat hij vlak voor zijn overlijden al zijn materiaal aan Eugène Peersman heeft overgedaan. Maar daarna zijn ze spoorloos verdwenen. Ik vrees in de vuilnisbak want Peersman is eenzaam gestorven.

Het gamma waar de instrumenten staan vermeld is niet altijd gelijk, het kan verschillen van orgel tot merk. Dit hangt helemaal af van het orgel waarvoor het boek is gemaakt.

Onderstaand enkele afbeeldingen van hoe de noteur te werk ging voor het omzetten van bestaande partituren via een noteertrommel naar een orgelboek met ponsgaatjes. Op te merken is dat August Schollaert noteerde zonder trommel en meteen aan de slag ging op papier. Rechts daarvan een voorbeeld van een gammakaart. (Bron : noteur Tom Meijer uit Nederland) Daaronder een afbeelding van Romain Charles Hooghuys, met onafscheidelijke sigaar, aan het werk op de noteertrommel. (Bron : website Discogs.)

Onderstaan ziet u hoe de noteur te werk gaat voor het noteren en kappen van boeken. (Bron : Het draaiorgel van Romke de Waard)

De gammastrook wordt bovenaan op de noteertrommel bevestigd. Aan de rechterkant van de noteertrommel is een koperen tempoband gespannen, waarop diverse dansritmes staan aangegeven, zoals tango, wals, mars,… Deze ritmes zijn de basis van de compositie. Het eigenlijke noteren gebeurd op een rol bruin ‘inpakpapier’ dat rond de trommel is gespannen. – August Schollaert zou dit rechtstreeks gedaan hebben. Schollaert noteerde nooit op ‘type’, maar schreef de noten met potloodstrepen direct op karton. De plaats van de instrumenten, de bassen, de zang, tegenzang, instrumenten worden op bepaalde maat gezet. Elke noot van een partituur, elk stuk slagwerk, elke klank wordt dan vertaald in gaatjes op het bruine papier. De grootte van het gaatje bepaald de duur van de toon. Dit finaal blad met muziek erop legt men dan over het kartonnen boek om af te tekenen waar de ponsgaatjes moeten komen. Als er al herhalingen in de arrangementen voorkwamen, werden deze meestal overgetekend door het uitgekapte deel op het blanco karton te leggen. In Nederland werd dezelfde werkwijze toegepast door Gerard Razenberg en het is opvallend dat de stijl van beide noteurs grote overeenkomsten vertoont. Mogelijk heeft Razenberg in zijn begintijd veel naar de arrangementen van Schollaert gekeken.

Boeksteller

Men koopt meestal dik blanco karton in. Schollaert kocht in grote hoeveelheden aan bij de firma ’Corona’ van Charles van der Mueren in Antwerpen. Charles werkte aanvankelijk bij Mortier maar startte zijn eigen zaak. Dit aangekocht papier moet worden gesneden, gevouwen en door een rol geperst zodat ze een mooie plooivorm krijgt langs één zijde. Het resultaat is een stuk karton met plooi in. Deze aparte stukken worden in een machine geperst en langs een zijde gelijmd. Nu dient het geheel nog eens op maat gesneden te worden zodat het boek klaar is voor het noteerwerk.

Onderstaand enkele afbeeldingen uit een orgelboek van August Schollaert. Daarop steeds vermeld zijn stempel, de verschillende registers, een zegel voor de tax, de titel van het nummer, het type orgel met aantal toetsen en de stijl van muziek, in dit geval een polka. (Bron : eigen archief)

Op de voorzijde van zijn boeken is steeds zijn naam (later ook die van zijn vrouw) en adres vermeld. Een takszegel en een stempel van de maker maakte het geheel af.

Op de voorzijde van zijn boeken is steeds zijn naam (later ook die van zijn vrouw) en adres vermeld samen met de tekst : “vervaardiging van de doorboorde kartons voor alle soorten orgels, verzorgd werk”. Aan de binnenzijde van de kaft vermeldde hij altijd de titel en de componist van het muziekstuk en meestal ook het aantal toetsen en de naam van de eigenaar van het orgel of het orgel waarvoor het boek bestemd was. Dit geeft ons nu nog vaak interessante informatie. Een takszegel en een stempel van de maker maakte het geheel af. Op de boeketiketten vermeldde hij sinds zijn huwelijk ook de achternaam van zijn vrouw: Schollaert- Ghysbrecht. De reden waarom hij dit deed was niet duidelijk, mogelijk omdat zij het kapwerk deed?

Onderstaand het kappen van de boeken met een kapmachine van het merk M. Bossmann, gelijkaardig als deze van August Schollaert. Jammer genoeg bestaan er geen afbeeldingen waar August Schollaert aan het werk is. Links ziet u Romain Charles Hooghuys, met onafscheidelijke sigaar, aan het werk op de kapmachine. (Bron : website Hooghuys.com van Björn Isebaert) Rechts ziet u Roger Mostmans bezig met het kappen van een orgelboek. (Bron : website decap-gebr-antwerp.com) Op de laatste afbeelding ziet u de dames in het begin van de eeuw aan het werk op de kapmachines van Limonaire Frères uit Parijs. het kappen van boeken was voornamelijk werk dat door de vrouwen gedaan werd, zo ook werd August Schollaert bijgestaan door zijn partner Aline Ghysbrecht.

Met een kapmachine worden de gaatjes manueel en stuk voor stuk in het karton geponst. Dit was echt een werk dat meestal door de vrouw werd uitgevoerd. Het lijkt wel op stikken op een machine.

Het aanbrengen van de ponsgaten in een karton wordt ook wel kappen genoemd. De notatie dient gekapt te worden tot een draaiboek. Het kartonnen zigzag gevouwen en gelijmd boek is nu op maat gesneden. Vervolgens moet dit geperforeerd worden met een speciale ponsmachine, overeenkomstig de notaties op het bruine papier. De kapmachine van Schollaert was van het merk Bossmann uit Antwerpen. Bij nader onderzoek heb ik geen info kunnen vinden, wel werd mij bevestigd dat dit de meest kwalitatieve kapmachine was die verkrijgbaar was. De noteur heeft een hele set met beitels die bepalen hoe groot het ponsgaatjes moet worden gekapt. Met een kapmachine worden de gaatjes manueel en stuk voor stuk in het karton geponst. Dit was echt een werk dat meestal door de vrouw werd uitgevoerd. Het lijkt wel op stikken op een machine. Het kappen, het maken van de gaatjes, zelf vraagt uiterste precisie. Uiteindelijk sturen de gaatjes in het boek ventielen aan die instrumenten in beweging zetten. Een afwijking van één millimeter kan reeds een wanklank veroorzaken. Hoe meer toetsen het orgel had, hoe groter het boek was en hoe meer instrumenten konden aangesproken worden. Eens het kapwerk klaar was kreeg het boek een shellac lak, deze om het boek slijtvast te maken bij het veelvuldig afspelen. Het aantal door hem geleverd boeken – die voornamelijk werden uitgekapt door zijn vrouw Aline en zijn zoon Herman – moet buitengewoon groot zijn geweest. De boeken van Schollaert waren van topkwaliteit, zeg maar wereldklasse!

De boeken en arrangementen van August Schollaert waren van topkwaliteit, zeg maar wereldklasse!

Onderstaand een afbeelding van August Schollaert begin jaren ’20 en zijn echtgenote Aline Ghysbrecht. Schollaert vermeldde altijd haar naam op zijn etiketten, wat ongebruikelijk was. (Bron : Het Pierement oktober 2000 en de website hooghuys.com van Björn Isebaert)

Bekijk hier een film over de ambacht van boeksteller door Arthur Prinsen. Deze muzikant uit het Antwerpse heeft een reputatie opgebouwd als vermaard noteur maar bovendien ook als draaiorgelbouwer en restaurateur in binnen- en buitenland. Dit vervaardigen gebeurd in deze film nog op de manuele manier. De draaiorgelbranche is stukwerk, handen arbeid, wat langzamer maar degelijk. Tegenwoordig wordt het maken van orgelkarton met behulp van geautomatiseerde machines en het noteren en ponsen gebeurd digitaal. (Bron: Youtube film draaiorgel karton deel 1 en 2 Arthur Prinsen gepost door pier lala v puyvelde.)

Hij was één der weinige in het vak die dit werk op zelfstandige basis uitvoerde. Hierdoor was hij niet gebonden aan een bepaalde orgelbouwer.

Samenwerkingen

Mijn inziens is August Schollaert een heel belangrijk persoon. Hij heeft muziek aan de man gebracht bij meerdere orgelbouwers en verhuurders van orgels maar ook aan cafés en danszalen met orgels heeft hij veel muziek geleverd.

Een artikel toont aan dat hij mogelijk ook heeft samengewerkt als tussenpersoon om orgels of orchestrions uit de stad elders een plaats te geven.

Onderstaand een afbeelding van 84-toest Mortier orchestrion dat in 1932 te koop werd aangeboden op het adres Kluyskenstraat 20, het adres van August Schollaert . Hij was geen noteur en gaan handelaar maar diende mogelijk in dit geval als tussenpersoon? (Bron : De standaard van december 1932)

Uit de De standaard van december 1932

Hij was een der weinige uitvoerders in het vak, in vergelijking met een handvol andere noteurs, die dit werk op zelfstandige basis uitvoerde. Hierdoor was hij niet gebonden aan een bepaalde orgelbouwer. Dit is ook de reden waarom hij mogelijk zowel met Mortier, als Hooghuys, als Decap en mogelijk vele andere heeft samen gewerkt. Hij maakte heel veel 84-toets boeken voor Mortierorgels en voor de 70-toets Hooghuys kermisorgels. Ook voor Gavioli, Limonaire, Vander Beken, Duwijn, Verbeeck,… zou hij gewerkt hebben. Wat Schollaert allemaal aan boeken heeft gemaakt is mij nog onduidelijk. Bij meerdere orgels is nog muziek van hem aanwezig, maar lijsten of een overzicht bestaat nog niet.

Een van mijn zoektochten gaat naar het vinden van orgelboeken van de hand van August Schollaert. Ik vraag steeds de eigenaars van boeken en orgels met boeken van Schollaert om foto’s te nemen en de titels en dansstijlen te noteren. Hopelijk zal ik na jaren een beter overzicht krijgen. Het is bizar maar van de kilometers en grote aantallen boeken dat hij gemaakt heeft, is niets terug te vinden. Waar we nu niet alleen grote vermoedens van hebben maar ook zekerheid kennen, is dat August Schollaert heeft samen gewerkt met andere orgelbouwers. Er zijn er nu meerdere samenwerkingen bekend. Ik beschik over boeken met verschillend aantal toetsen voor heel wat verschillende orgelbouwers in binnen en zelfs in buitenland.

Wat we gevonden hebben in het archief van Hooghuys is een opgemaakt document van August Schollaert – Ghysbrecht uit 1936, verzonden naar kermisreizigster Etienne uit Luik. Het betreft de reclame die verzonden werd met melding ‘grote keuze aan orgelboeken met marches en walsen’.

Onderstaand het document (Bron : archief Björn Isebaert)

Bij meerdere orgels is nog muziek van hem aanwezig, maar lijsten of een overzicht bestaat nog niet.

Onderstaand een afbeelding van orgelboeken. Het boek rechts is vermoedelijk afkomstig van het orgel 84-toets Mortier van de Zwarte Kat uit Aalst. (Bron : eigen collectie)

Boeken voor Mortier 84-toets De Zwarte Kat

Bij Decap bijvoorbeeld kwam Schollaert tot op heden nooit ter sprake, toch voelde ik aan dat ik beter daar eens kon gaan luisteren. Ik had ook nog enkele andere vragen die me onbeantwoord bleven. En inderdaad… Ik contacteerde Sammy Decap en die vroeg zijn vader of hij meer wist over August Schollaert. En ja hoor, mijn vermoeden kwam uit. August Schollaert heeft ook bij Frans Decap, tijdens en na de oorlog, arrangementen en boeken gemaakt voor hun orgels. Dit gebeurde op hun 121-toets orgel met de naam Astrid. Ze hadden van het type twee orgels, waarvan één nog bestaat en in een collectie in Parijs zit. Bij het contacteren van Decap Antwerpen wist Roger Mostmans mij te vertellen dat hij drie boeken had van Schollaert, ze spelen op zijn 121-toets genaamd de Metro. Via Guy Koekoekx uit Perk vernemen we dat hij de Decap 121-toets Goliath staan heeft met 15 bijhorende boeken van August Schollaert. De Goliath is de eerste Decap in de reeks 121-toets. Ook in Engeland en in Nederland kom ik met mensen in contact die me meer info bezorgen. De Decap 121-toets Monty speelt op boeken van Schollaert. De Decap 92-toets Magistra zou een uniek kermisorgel zijn dat ook op boeken van Schollaert speelt. Info over de boeken ontvang ik dank zij Joop Pastoor, Simon Loopstra, Marcel Troost, Peter Mackett,… deze laatste laat me weten dat er boeken bestaan voor 92-toets Gavioli die werden aangepast naar Marenghi gamma. Dit is heel bijzonder nieuws en zeker te onderzoeken. Ik vul aan in een lijst.

Mortier 84-toets : Orchestrion De Zwarte Kat Aalst
Mortier 101-toets : De Vette Os Asse
Mortier 105-toets : (Simon Loopstra)
onbekend : (3 boeken Joop Pastoor)
Mortier : (Marcel Troost boeken De Zwarte Kat)

onbekend 78-toets : (UK)
Decap 91-toets : De Valco (UK)

Decap 92-toets : groot kermis orgel 
Decap 92-toets : Magistra (kermisorgel)
Decap 121-toets : Monty (UK)

Decap 121-toets : Astrid
Decap 121-toets Goliath (BE – 15 boeken)
Decap 121-toets : Metro (momenteel 3 boeken)
Gavioli 89-toets :
Verbeeck 64-toets : nu in museum Matsushima
Hooghuys voor Becquart kermis en Engelse Chiappa
Hooghuys Condor 100-toets : Boudewijnpark Brugge
Vander Beken 61-toets : Edingen
Ruth orgels : ?
Limonaire 52-toets : 

Orgels in België op muziek van August Schollaert Lijst nog verder aan te vullen, ook Decap kermisorgel Magistra is uniek

Met enige zekerheid kunnen we zeggen dat deze lijst nooit helemaal volledig zal worden. Dank zij het werk van vooral Björn Isebaert, die veel opzoekwerk over Hooghuys heeft gedaan, kunnen we van enkele orgels de muziek arrangementen en boeken toeschrijven aan August Schollaert. Ook van Decap en Verbeeck zijn me ondertussen gegevens bekend die moeten onderzocht worden. Van Mortier zou het wel kunnen dat bijna elk orgel op een boek van Schollaert speelt. Te veel om op te noemen dus we gebruiken enkele data van Björn om te beginnen. Later zal deze lijst dus ongetwijfeld aangevuld worden.

  • Het 100-toets Hooghuys dansorgel met productienummer LH605 werd gebouwd rond 1910 in Geraardsbergen. Origineel was het een 85-toets orgel gebouwd voor danszaal The Sunflower in Oostende. Het was meer dan 5m breed en 4m hoog. Zoals elk orgel heeft het meermaals andere eigenaars gekend tot uiteindelijk in begin jaren ’50 in een loods werd teruggevonden en opgekocht door Romain-Charles Hooghuys. Het orgel draagt ondertussen de naam Condor en was in goede conditie maar had wel wat onderhoud nodig, zo werd het aangepast naar 100-toets. Van het orgel zijn in de jaren ’60 en ‘70 enkele opnames gemaakt en op plaat gezet. Het repertoire van muziek bestaat uit oude marchen als de Radetzky marche en de Blaze Away. Ook enkele originele composities van Romain-Charles Hooghuys die 25 boeken gearrangeerd en gemaakt had, speciaal voor het orgel. Ook zijn er enkele oude boeken van Edgard Hooghuys en van August Schollaert, de : Tango Del Mamita, Old Scottisch Souvenir, en een zeldzaam arrangement van Ave Maria van Bach. Uiteindelijk is het orgel eind jaren ‘70 tijdelijk terecht gekomen bij Daniel Dageraed die een orgelmuseum had. Daar werd besloten om het finaal een bestemming te geven in het Boudewijnpark in Brugge. Het onderhoud van het orgel gebeurd momenteel door Marc Hooghuys.

De Hooghuys Condor en Senior staan in het Boudewijnpark in Brugge en spelen beide op boeken van August Schollaert.

Onderstaand twee langspeelplaten van het Hooghuysorgel de Condor en de Senior. (Bron : eigen collectie)

  • In het Boudewijnpark in Brugge staat nog een Hooghuys orgel met 72-toetsen, de Senior genaamd. Het werd rond 1895 gebouwd voor een klant uit Menen. In 1905 veranderde de eigenaar, die zou er een boekensysteem op voorzien hebben maar dat zijn we niet zeker. Tijdens de Eerste Wereldoorlog zou het in Frankrijk, in de buurt van Lille, gestaan hebben om dan uiteindelijk rond 1970 opgekocht te worden door de Romain-Charles Hooghuys die het een plaats gaf in het Boudewijnpark in Brugge. Het huidige front is niet meer origineel. Het orgel was bijna identiek dan de 72-toets nu in bezit van Mr. Vroman, de boeken kunnen dan ook op beide orgels spelen. In de jaren ’60 en ‘70 werden van het orgel opnames gemaakt op plaat geperst. Het repertoire van dit orgel bestaat bijna allemaal uit boeken van met arrangementen van Romain-Charles Hooghuys.
  • Het 72-toets Hooghuys orgel is een dansorgel gebouwd door Louis Hooghuys, de vader van Charles. Het was in bezit van Albert Becquart en werd terug gekocht door Victor Hooghuys. De façade van het orgel werd aangepast met onderdelen van andere orgelbouwers zoals Bursens. De muziek die speelt is een repertoire van arrangementen van de hand van : Charles, Edgard, Romain-Charles en Marc Hooghuys, enkele generaties muziek dus. De muziekstijlen gaande van polka’s, mazurka’s, walsen,… Naast de arrangementen en boeken van de bouwer zelf speelt het orgel ook boeken van Filip Neirynck, Arthur Prinsen en natuurlijk August Schollaert uit Aalst. Het is nu in bezit van Norbert Vroman uit België die het orgel in perfecte staat wenst te zetten en er opnames wil van maken.

Van het Becquart kermisorgel zijn heel wat opnames gemaakt op het Belgische label Decca. Bijna elk lied is een arrangement van August Schollaert!

  • Nog een 70-toets orgel werd in Geraardsbergen gemaakt rond 1923. Het is een der meest bekende orgels van deze familie en werd gebouwd voor de Albert Becquart, of mogelijk zelfs diens vader. De familie Becquart was een kermisfamilie met enkele carrousels. Ze hadden een echte passie voor de orgels op hun molens. Ze toerden in Luxemburg, Frankrijk en België. Toen Becquart overleed zijn de kermismolens verkocht naar andere mensen, een van hen is François Kopp. Ook al was het orgel niet meer in originele staat, van dit orgel zijn heel wat opnames gemaakt op het Belgische label Decca. Bijna elk lied is een arrangement van August Schollaert! Het zou dan ook wel kunnen zijn dat er geen Mortier of Hooghuys bestaat waarvoor Schollaert uit Aalst geen muziek zou gemaakt hebben.

Luister hier naar een Hooghuys opname met arrangement van August Schollaert. (Bron : Youtube film met het lied Vienna Carnival met arrangement van August Schollaert. Geplaats door Tom Gavioli.)

70-toets Hooghuys orgel voor kermis Becquart met arrangement van August Schollaert

Dit is een kleine lijst van nummers die Schollaert voor Becquart heeft gedaan, de lijst moet zeker nog aangevuld worden :

Blaze Away – Aimer Toujours – Colonel Bogey – The Beautiful Galathea – Fontaine Lumineuse – A l’attaque – Tansende Kunstler – King Cotton – Prater Violet – Wiener Faschingkinder – … en vele potpourri’s : Vieux Bruxelles – En traineau Entree des gladiateurs -Blue devils Overture to “Die Fledermaus”

De muziek werd later op CD gezet, deze met sterretje zijn arrangementen van August Schollaert :

Old faithfull Kaiser Friedrich – Prinz Eitel Friedrich* – La chasse aux fauvettes – Dans tes yeux A toi – Myosotis Espana* – Le beau Danube bleu* – Donauperlen – Mme Sherry Rosen aus dem Suden – Heinzelmannchens Wachtparade

Bovenstaande zijn enkele Belgische orgels met relatie tot boeken van August Schollaert en kermis. Er is vast en zeker nog veel meer te vertellen. Grotendeels werd bovenstaande info en alles met betrekking tot Hooghuys reeds in kaart gebracht door Björn Isebaert. Hopelijk kunnen we dergelijke geschiedenis van bepaalde orgels verder ontleden naar de toekomst toe. Orgelbouwers als Mortier, Decap en Verbeeck hebben eveneens een groot aantal orgels gebouwd die spelen op muziek van Aalsterse makelij. Mogelijk vullen we de lijst nog aan maar momenteel hou ik het bij deze, de lijst zou anders te lang worden. Wel interessant om nog te melden zijn de opnames van Nederlander Lennart Gorter. Hij heeft enkele opnames van August Schollaert arrangementen gedeeld. U kunt ze onderstaand horen. Ik wil me richten tot regionale orgelwereld en onze kermis en danszalen. Het opzoeken naar informatie over orgels is een echt virus, je wil steeds meer te weten komen (LOL).

Onderstaand enkele arrangementen van August Schollaert (Bron : opnames op de Youtube van Lennart Gorter uit Nederland.)
– Opname 1 : True love – Around the world – Klimrozen bloeien. Medley opname van het 84-toets Mortier orchestrion nr. 150, het Mortierorgel “De Vette Os”.
– Opname 2 : Un ange comme ça – Mambo Italiano – C’est à Hambourg. Medley opname van het 84-toets Mortier orchestrion nr. 150, het Mortierorgel “De Vette Os”. Aan deze medley is duidelijk te horen dat August Schollaert vaak van bladmuziek noteerde. “C’est à Hambourg” is een vreemd nummer. Ik zocht het origineel op, het werd in 1955 gezongen door Edith Piaf. Dat heeft een heel andere sfeer. August Schollaert had duidelijk geen idee wat hij hiermee moest, maar dansbaar is het wel. “Un ange comme ça” is uit 1956, dus het boek zal uit dat jaar zijn.
– Opname 3 : Der Juxbaron is een operette van Walter Kollo. Medley opname van het 84-toets Mortier orchestrion nr. 150, het Mortierorgel “De Vette Os”.
– Opname 4 : Walspotpourri ooit ingelezen van een 97-toets Mortier.
– Opname 5 : Hongaarse Dans No. 5 van componist Johannes Brahmsis is een medley opname van het 84-toets Mortier orchestrion nr. 150, het Mortierorgel “De Vette Os”.
– Opname 6 : Roulette, oorspronkelijk van de Ramblers is een voor Schollaert zeldzaam voorkomend arrangement van een Jazzlied. Jack Bulterman was de componist. De plaat dateert van 1942, waarschijnlijk ook het Schollaert boek (1942/43). De stijl van Schollaert is hier anders dan we van zijn latere notaties zijn gewend. Het zal er wel niet vreemd aan zijn dat Schollaert voor Decca noteerde, de thuishaven van de Ramblers. Schollaert kreeg wekelijks van de firma een doos met de best verkochte platen en werd verzocht daarvan arrangementen te maken, zo vertelde zijn zoon toch. Of dat ook in de oorlogsjaren gebeurde, is iets anders. Medley opname van het 84-toets Mortier orchestrion nr. 150, het Mortierorgel “De Vette Os”.
– Opname 7 : Op Het Bal is een opname van het 84-toets Mortier orchestrion nr. 150, het Mortierorgel “De Vette Os”.
– Opname 8 : Studio B is een opname van het 84-toets Mortier orchestrion nr. 150, het Mortierorgel “De Vette Os”.
– Opname 9 : Strauss potpourri is een opname van het 84-toets Mortier orchestrion nr. 150, het Mortierorgel “De Vette Os”.
– Opname 10 : “C’est toujours l’amour” is van begin jaren ’30, “Morgen gaat het beter” eind jaren ’30 en “Mambo Jambo” rond 1950.
– Opname 11 : Steamboat Rag is een Swing Jazz nummer. Een opname van het 84-toets Mortier orchestrion nr. 150, het Mortierorgel “De Vette Os”.
Opname 12 : Le régiment de Sambre et Meuse is van compositeur Robert Planquette, de tekst is van Paul Cezano. Op de Zwarte Kat zijn er een aantal arrangementen van o.a. Schollaert bekend, waaronder ook dit arrangement. Componist is Robert Planquette, bekend van o.a. Les Cloches de Corneville. Deze is een opname van het 84-toets Mortier orchestrion nr. 150, het Mortierorgel “De Vette Os”.

Opname 1
Opname 2
Opname 3
Opname 4
Opname 5
Opname 6
Opname 7
Opname 8
Opname 9
Opname 10
Opname 11
Opname 12

August Schollaert maakte arrangementen voor de vele 78 toeren platen. De bestellingen werden door de platenfirma’s zelf geplaatst.

Latere opnames op plaat

Schollaert maakte arrangementen voor de vele 78 toeren platen met de typische drie-nummer-medleys, op onder andere het label : Kristall, Decca, Omega, Imperial,… Daarvoor werden de bestellingen door de platenfirma’s zelf geplaatst. Daarnaast verschenen een aantal 45- toeren singles met standaardnummers, die later ook op LP werden uitgebracht. Reeds in 1966 maakte Alexander Verberne en K. Beunis een discografie van Belgische dansorgel opnames op plaat. Rein Schenk was jarenlang bestuurslid bij de Kring van Draaiorgelvrienden. Hij documenteerde de geschiedenis, verzamelde en archiveerde opnames. Een meer recent overzicht van de opnames op plaat kan je achteraan in dit naslagwerk vinden.

Onderstaand enkele afbeeldingen van shellac 78 toeren platen met daarop opnames van orgels van het merk Mortier en arrangement August Schollaert. (Bron : website Discogs.com)

Er zijn naast zijn arrangementen voor vele Mortierorgels ook verschillende opnamen van het 84-toets Mortier orchestrion De Zwarte Kat in Aalst, met naast populaire tophits en marsen ook concertstukken als Gold und Silber, de Keizerswals en de prachtig genoteerde Valse Nuptiale. Ik ben in bezit van een aparte uitgave met lied ‘Op Zwier’ gezongen door Tony Bell op het orgel van De Zwarte Kat, dit is het enige vocale verschenen op orgel. Ook Bobbejaan Schoepen heeft een vocaal nummer voor Becquart maar het is me niet duidelijk of ook dit Schollaert arrangementen zijn. Twee van Schollaert’s vroegste notaties uit het begin van de jaren dertig zijn : C’est toujours l’amour en En effeuillant des coquelicots. Eén van zijn favoriete orgels was de 70-toets Hooghuys van Albert Becquart. Volgens Herman Schollaert kon zijn vader hier uren naar luisteren. Toen van dit orgel opnamen werden gemaakt bij Decca in Brussel, werd het orgel in stukken naar boven gebracht in de studio en werd het gehele repertoire vastgelegd. Een deel hiervan werd op 78-toeren platen uitgebracht, waaronder enkele drie-nummer-medleys. Dit zijn echter fragmenten van langere potpourri’s die Schollaert zelf samenstelde. Dit blijkt uit een aantal boeken die nog bij het orgel van Becquart alsook bij de Hooghuys orgels van Rorive aanwezig zijn.

De opnames door Decca gemaakt toen het Hooghuys orgel in het bezit was van Albert Becquart, behoren zonder enige twijfel tot de beste die er ooit gemaakt zijn.

Onderstaand een artikel uit London, over carrousel Becquart en zijn arrangement van August Schollaert. (Bron : The Billboard van 6 janiari 1958)

De opnames door Decca gemaakt toen het Hooghuys orgel in het bezit was van Albert Becquart, behoren zonder enige twijfel tot de beste die er ooit gemaakt zijn. Voor deze opnames werd het orgel in 1954 naar de Decca/Fonior-studio in Brussel gebracht, waar het grootste gedeelte van het repertoire werd opgenomen dat genoteerd werd door August Schollaert. Onderstaande brief met een lijst van de opgenomen muziekstukken die níet op LP werden uitgebracht, is nog in het bezit van Jan L.M. van Dinteren te Geleen uit Nederland. De brief werd opgemaakt in Aalst op 3 december 1957. Kort nadien in februari 1958 komt August Schollaert te overlijden.

Verdere orgelopnames op plaat werden gestopt. Wat zou er gebeurd zijn indien August Schollaert niet plots overleden zou zijn? De kans was groot dat er zeker en vast nog veel meer opnames zouden zijn gevolgd met arrangementen uit Aalst…

Wat zou er gebeurd zijn indien August Schollaert niet plots overleden zou zijn? De kans was groot dat er zeker en vast nog veel meer opnames zouden zijn gevolgd met arrangementen uit Aalst…

Onderstaand een brief van de heer Jan van Dinteren geschreven naar August Schollaert op 3 december 1957. Dit betreffende een opgave van titels met muziek opgenomen van het 70-toets Hooghuys orgel van Carrousel Becquart en klaar voor persing op het Decca platenlabel. Van deze lijst zijn dus nooit platen uitgebracht behalve twee liedjes voor Bobbejaan Schoepen. Twee weken later overleed August Schollaert, zo niet was er mogelijk nog veel meer muziek op plaat verschenen. (Bron : Archief Björn Isebaert, destijds ontvangen via de zoon Herman Schollaert.)

August Schollaert was naar wordt verteld een zachtaardig mens, al kon hij woedend worden als zijn vrouw zijn 78- toeren platen draaide zonder er zorgvuldig mee om te springen. Hij was een groot en veelzijdig muzikaal mens en heeft zijn talent gebruikt om duizenden mensen plezier en ontspanning te bezorgen. Mede dankzij het werk van August Schollaert zal muziek uit België altijd de moeite waard blijven om naar te luisteren.

Onderstaand een foto van August Schollaert begin jaren ’50. (Bron : uit het artikel Dansorgels op 78-toerenplaten door Tom Meijer, verschenen in De Weergever)

NEWS/PRESS : ga naar de pagina news/press en herbeluister de podcast bij radio

15 maart 2022 : Interview -Het verhaal van August Schollaert en orgelstad Aalst

NEWS/PRESS : ga naar de pagina news/press en bekijk de docu bij press

5 maart 2022 : Het levensverhaal van Aalstenaar August Schollaert in een artistieke korte docu door De Werf Aalst, een film van Lukas De Cock naar het verhaal van Steven Keymeulen.

Media en video artist Lukas De Cock gaat samen met Steven Keymeulen verder in op het levensverhaal van Aalstenaar August Schollaert. Samen maakten ze een podcast en kortfilm over het leven van August Schollaert.

Onderstaand Lukas De Cock gaat in gesprek met Steven Keymeulen over de vergeten figuur van August Schollaert (1893-1958). Zijn verhaal is verweven met de orgel geschiedenis van zijn geboortestad Aalst. Een geschiedenis die hij grotendeels mee geschreven heeft. Ontdek er alles over in deze podcast! Aansluitend werd ook een geanimeerde video gemaakt over het levenswerk van August Schollaert. Deze kan je hier bekijken.

Herbekijk via onderstaand URL-weblink de video August Schollaert uit Aalst. In het Winterfoor Aalst weekend van 2021 brengt Stad Aalst het levensverhaal van Aalstenaar August Schollaert. Wat beiden met elkaar te maken hebben kan je zelf ontdekken in deze unieke animatie video van Lukas De Cock. Een video die nooit tot stand zou zijn gekomen zonder de hulp en het gedetailleerde naslagwerk van Steven Keymeulen.

https://www.facebook.com/ccdewerf/videos/701329977536976

https://fb.watch/grwciFh9Nn/

Luister hier naar een opname op arrangement van August Schollaert. Een gedigitaliseerde opname van de LP L’Orgue Du Chat Noir D’Alost Vol. II – A2 Potpourri De Valses. (Bron : eigen archief)

(Graag vernemen wij u bemerkingen via onderstaand formulier, aarzel niet!)

Gepubliceerd door Belgian Music Archive - Keimi

Music lover & New Beat collector - Reuniting and promoting the history of Belgian New Beat Belgian Mechanical Dance Organs - The Story : Mortier The Zwarte Kat & August Schollaert

Plaats een reactie

Ontwerp een vergelijkbare site met WordPress.com
Aan de slag